NJB 2018/2010:Overzichtsarrest inzake met het aanwezigheidsrecht samenhangende verzoeken door of namens de verdachte om de behandeling van zijn zaak aan te houden wegens zijn verhindering of de verhindering van zijn raadsman bij de behandeling aanwezig te zijn: de Hoge Raad zet uiteen op welke wijze deze verzoeken dienen te worden onderbouwd en door de rechter dienen te worden beoordeeld. Het gaat bij deze uiteenzetting uitsluitend om verzoeken tot aanhouding van het onderzoek ter terechtzitting die verband houden met het in art. 6 lid 3 onder c EVRM gewaarborgde aanwezigheidsrecht, waaronder ook wordt begrepen het recht van de verdachte om zich in zijn afwezigheid ter terechtzitting door een daartoe uitdrukkelijk gemachtigde raadsman te doen verdedigen