Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2019/1014 tot vaststelling van nadere regels betreffende minimumvoorschriften voor grenscontroleposten, met inbegrip van inspectiecentra, en voor de vorm, de categorieën en afkortingen voor het opstellen van lijsten van grenscontroleposten en controlepunten
Artikel 5 Grenscontroleposten aangewezen voor categorieën dieren
Geldend
Geldend vanaf 11-07-2019
- Bronpublicatie:
12-06-2019, PbEU 2019, L 165 (uitgifte: 21-06-2019, regelingnummer: 2019/1014)
- Inwerkingtreding
11-07-2019
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-06-2019, PbEU 2019, L 165 (uitgifte: 21-06-2019, regelingnummer: 2019/1014)
- Vakgebied(en)
EU-recht / Marktintegratie
Douane (V)
Gezondheidsrecht / Voedsel- en warenkwaliteit
Dierenrecht / Dierenwelzijn
1.
Naast de voorschriften van de artikelen 3 en 4 beschikken grenscontroleposten die voor de in artikel 47, lid 1, onder a), van Verordening (EU) 2017/625 bedoelde dieren zijn aangewezen, over de volgende voorzieningen:
- a)
een kleedkamer met douches;
- b)
de in artikel 3, lid 1, onder a), bedoelde plaatsen of ruimten voor het lossen van dieren die voldoende ruimte, licht en ventilatie bieden;
- c)
uitrusting voor voederen en drenken;
- d)
opslagvoorzieningen voor diervoeder, stalstrooisel en mest of regelingen met een externe leverancier die dezelfde voorzieningen biedt;
- e)
dierenverblijven om de volgende categorieën dieren waarvoor de grenscontrolepost is aangewezen, afzonderlijk van elkaar te houden:
- i)
andere hoefdieren dan geregistreerde paardachtigen;
- ii)
geregistreerde paardachtigen; en
- iii)
andere dieren dan hoefdieren (maar met inbegrip van dierentuindieren);
- f)
inspectieruimten of inspectieplaatsen met fixatiemiddelen en de passende uitrusting om klinisch onderzoek te verrichten; en
- g)
een speciaal gereserveerde rijstrook of andere voorzieningen om te voorkomen dat de dieren onnodig moeten wachten voordat zij de losplaats bereiken.
2.
De in lid 1, onder b), c), e), f) en g), bedoelde voorzieningen worden zodanig ontworpen, gebouwd, onderhouden en gebruikt dat verwonding en onnodig lijden van de dieren wordt voorkomen en hun veiligheid wordt gewaarborgd.
3.
De in lid 1, onder a), b), c), e) en f), bedoelde voorzieningen vormen één geïntegreerde en volledige werkeenheid.
4.
De in lid 1 bedoelde voorzieningen mogen niet worden gebruikt voor de uitvoering van officiële controles en andere officiële activiteiten betreffende zendingen dieren voor handelsverkeer binnen de Unie.
De in lid 1 bedoelde voorzieningen mogen voor de uitvoering worden gebruikt van officiële controles en andere officiële activiteiten betreffende zendingen dieren die voor de uitvoer vanuit de Unie bestemd zijn of die vanuit één van de in bijlage I bij Verordening (EU) 2017/625 genoemde grondgebieden via het grondgebied van een derde land naar een ander in bijlage I bij Verordening (EU) 2017/625 genoemd grondgebied worden verplaatst, mits:
- a)
de bevoegde autoriteiten de grenscontroleposten onderwerpen aan een risicobeoordeling waaruit blijkt hoe kan worden gewaarborgd dat kruisbesmetting wordt vermeden, en de grenscontroleposten de maatregelen uitvoeren waarvan in de risicobeoordeling is vastgesteld dat zij kruisbesmetting voorkomen; en
- b)
de bevoegde autoriteiten waarborgen dat zendingen dieren die voor de uitvoer vanuit de Unie bestemd zijn of die vanuit één van de in bijlage I bij Verordening (EU) 2017/625 genoemde grondgebieden via het grondgebied van een derde land naar een ander in bijlage I bij Verordening (EU) 2017/625 genoemd grondgebied worden verplaatst, niet gelijktijdig maar na elkaar worden afgehandeld en dat voor alle andere zendingen dieren die de Unie binnenkomen, hetzelfde geldt. Tijdens de periode tussen de afhandeling van de verschillende zendingen dieren worden de hiervoor gebruikte voorzieningen gereinigd en ontsmet.
5.
De in lid 1, onder b), c), e) en f), bedoelde voorzieningen mogen niet met andere in artikel 47, lid 1, van Verordening (EU) 2017/625 genoemde categorieën goederen worden gedeeld.