FED 2022/32
Geen immateriële schadevergoeding indien belanghebbende niet gerechtigd is om bezwaar te maken.
HR 05-11-2021, ECLI:NL:HR:2021:1660, m.nt. mw. mr. dr. A.C. Breuer
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
5 november 2021
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Punt, Fierstra, Faase, Van Eijsden
- Zaaknummer
21/00392
- Noot
mw. mr. dr. A.C. Breuer
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS637113:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht / Algemeen
Fiscaal bestuursrecht / Algemeen
Belastingheffing van motorrijtuigen / Belasting van personenauto's en motorrijwielen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:1660, Uitspraak, Hoge Raad, 05‑11‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑03‑2021
- Wetingang
Essentie
Geen immateriële schadevergoeding indien belanghebbende niet gerechtigd is om bezwaar te maken.
Samenvatting
Een Duitse GmbH heeft op naam van een Nederlandse BV op 9 september 2011 een aangifte BPM ingediend en vervolgens de BPM afgedragen. Belanghebbende, een andere Nederlandse BV, heeft op 21 november 2021 – te laat – bezwaar gemaakt tegen de voldoening op aangifte. Pas op 11 juni 2012 is de auto op naam gesteld van belanghebbende. Het bezwaar is uiteindelijk – na nadere motiveringen in 2012 en 2015 en een ingebrekestelling in 2017 – op 8 mei 2018 niet-ontvankelijk verklaard. Belanghebbende is hiertegen in beroep gekomen bij de rechtbank ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.