AB 2015/276
Schending Unierechtelijk verdedigingsbeginsel kan onder omstandigheden zonder gevolgen blijven.
HR 26-06-2015, ECLI:NL:HR:2015:1667, m.nt. R. Ortlep
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
26 juni 2015
- Magistraten
Mrs. J.A.C.A. Overgaauw, D.G. van Vliet, P. Lourens, E.N. Punt, L.F. van Kalmthout
- Zaaknummer
10/02777
- Noot
R. Ortlep
- LJN
BR0671
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS921474:1
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Douane (V)
Staatsrecht / Rechtspraak
Europees belastingrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2015:1667, Uitspraak, Hoge Raad, 26‑06‑2015
ECLI:NL:PHR:2013:BR0671, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑02‑2013
ECLI:NL:HR:2013:BR0671, Uitspraak, Hoge Raad, 22‑02‑2013
Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 23‑06‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 23‑06‑2011
- Wetingang
Essentie
Schending Unierechtelijk verdedigingsbeginsel kan onder omstandigheden zonder gevolgen blijven.
Samenvatting
Middel II betoogt onder meer dat schending van de rechten van de verdediging bij de besluitvorming van de douaneautoriteiten tot het doen van een mededeling als bedoeld in artikel 221, lid 1, van het Communautair douanewetboek (hierna: het CDW), zonder meer behoort te leiden tot een vernietiging daarvan. Gelet op punt 3 van de hiervoor in onderdeel 1 weergegeven verklaring voor recht van het Hof van Justitie faalt het middel voor zover het een beroep doet op het recht van de Europese Unie. Ook in het nationale recht vindt ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.