RvdW 2011/753
Afwijzing getuigenverzoek op noodzaakcriterium niet zonder meer begrijpelijk.
HR 31-05-2011, ECLI:NL:HR:2011:BQ0050
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
31 mei 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, M.A. Loth
- Zaaknummer
09/04063
- Conclusie
A-G Hofstee
- LJN
BQ0050
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Strafprocesrecht / Voorfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BQ0050, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 31‑05‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BQ0050, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 22‑03‑2011
- Wetingang
Sv art. 315
Essentie
In het licht van hetgeen aan het verzoek van de raadsman ten grondslag is gelegd, is oordeel dat de noodzaak tot het oproepen van S., als medeverdachte voor gelijktijdige berechting van zijn eigen zaak ter zitting aanwezig, en W. en S. als getuigen niet is gebleken om redenen als aangegeven door de advocaat-generaal, niet zonder meer begrijpelijk.
Partij(en)
Arrestop het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te Leeuwarden van 8 september 2009, nummer 24/002141-08, in de strafzaak tegen: K. Adv. mr. R.J. Baumgardt, te Spijkernisse.
Conclusie
Conclusie A-G mr. Hofstee:
1.
Het Gerechtshof ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.