NJB 2016/1357
In casu hoeven het slagende cassatiemiddel over de onjuiste kwalificatie door het hof niet tot cassatie te leiden, nu – gelet op het in casu toepasselijke strafmaxima en de in het onderhavige geval opgelegde straf alsmede dat het het hof vrijstond bij de strafoplegging rekening te houden met de niet-tenlastegelegde omstandigheid dat de bewezenverklaarde inbraak is gepleegd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt – het belang van de verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident is
HR 21-06-2016, ECLI:NL:HR:2016:1238
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
21 juni 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
14/05001
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
Materieel strafrecht / Sancties
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Juridische beroepen / Rechter
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1238, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 21‑06‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:510, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑05‑2016
- Wetingang
(art. 80a RO)
Essentie
In casu hoeven het slagende cassatiemiddel over de onjuiste kwalificatie door het hof niet tot cassatie te leiden, nu – gelet op het in casu toepasselijke strafmaxima en de in het onderhavige geval opgelegde straf alsmede dat het het hof vrijstond bij de strafoplegging rekening te houden met de niet-tenlastegelegde omstandigheid dat de bewezenverklaarde inbraak is gepleegd in een woning door iemand die zich aldaar buiten weten of tegen de wil van de rechthebbende bevindt – het belang van de verdachte bij zijn cassatieberoep niet evident is
Uitspraak
Inleiding:
Verdachte is veroordeeld omdat hij – kort gezegd – (feit 1) ‘tussen (ongeveer) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.