JAR 2017/275
Transitievergoeding. Heeft werknemer ernstig verwijtbaar gehandeld zodat werkgever geen transitievergoeding verschuldigd is?
HR 13-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2626
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
13 oktober 2017
- Magistraten
Mts. C.A. Streefkerk, G. de Groot, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
16/05915
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:2626, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 13‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:917, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 01‑09‑2017
- Wetingang
Art. 7:673 lid 1, 3, 7 onderdeel c, 8 BW
Essentie
Werknemer is op 2 april 1990 in dienst getreden bij werkgever en is werkzaam als marketing- en salesmanager. In de arbeidsovereenkomst is een geheimhoudingsbeding overeengekomen. Nadat de computer van werknemer is onderzocht wordt een ontslagtraject ingezet op grond van ernstige verwijtbaarheid als bedoeld in art. 7:673 lid 7 sub c BW. Werknemer wordt verweten dat hij bedrijfsinformatie naar zijn privé-e-mailadres heeft gemaild en grote hoeveelheden bedrijfsgevoelige informatie naar een usb-stick heeft gekopieerd. Hij zou aldus een schriftelijk overeengekomen geheimhoudingsbeding hebben geschonden. Werknemer betwist dat laatste en verzoekt in eerste aanleg naast de transitievergoeding ook op de voet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.