NJB 2021/2419
In navolging van de Centrale Raad van Beroep hanteert de Afdeling voortaan het uitgangspunt dat de bestuursrechter de tijdigheid van bezwaar niet ambtshalve of op initiatief van het bestuursorgaan behoort te beoordelen.
ABRvS 04-08-2021, ECLI:NL:RVS:2021:1730
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
4 augustus 2021
- Magistraten
Mr. Hoekstra
- Zaaknummer
202002368/1/A2
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2021:1730, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 04‑08‑2021
- Wetingang
Essentie
In navolging van de Centrale Raad van Beroep hanteert de Afdeling voortaan het uitgangspunt dat de bestuursrechter de tijdigheid van bezwaar niet ambtshalve of op initiatief van het bestuursorgaan behoort te beoordelen.
Partij(en)
Uitspraak op het hoger beroep van: [appellant], wonend te Assen, tegen de uitspraak van de Rechtbank Rotterdam van 20 februari 2020 in zaak nr. 18/4984 in het geding tussen: [appellant] en de Belastingdienst/ Toeslagen.
Uitspraak
Procesverloop
Bij besluit van 21 april 2018 heeft de Belastingdienst/Toeslagen het voorschot huurtoeslag over 2018 voor [appellant] herzien en vastgesteld op € 3.711,00.
Bij besluit van 4 mei 2018 heeft de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.