BNB 2011/156
Begrip ‘verbonden lichaam’. Bij een financieel belang van een derde gedeelte is niet vereist dat ook ten minste een derde van de stemrechten wordt gehouden
HR 08-04-2011, ECLI:NL:PHR:2011:BP1489, m.nt. R.J. de Vries
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
8 april 2011
- Magistraten
Mrs. Bavinck, Leemreis, Overgaauw, Van Loon, Fierstra
- Zaaknummer
10/00651
- Conclusie
A.G mr. Wattel
- Noot
R.J. de Vries
- LJN
BP1489
- JCDI
JCDI:ADS67556:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BP1489, Uitspraak, Hoge Raad, 08‑04‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BP1489, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 08‑04‑2011
- Wetingang
Art. 10a, vierde lid, en art. 15ad, eerste lid, Wet Vpb. 1969 (tekst 2004)
Essentie
Begrip ‘verbonden lichaam’. Bij een financieel belang van een derde gedeelte is niet vereist dat ook ten minste een derde van de stemrechten wordt gehouden
Samenvatting
Belanghebbende (X BV) heeft aandelen gekocht van D NV, waarbij belanghebbende de koopsom rentedragend schuldig is gebleven. De Inspecteur heeft op grond van art. 15ad, eerste lid, Wet Vpb. 1969 de aftrek van de daaruit voorvloeiende rentelast niet toegestaan, aangezien belanghebbende en D NV volgens de Inspecteur verbonden lichamen zijn. De Rechtbank heeft de Inspecteur in het gelijk gesteld en geoordeeld dat H door middel van de door haar (middellijk) ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.