Einde inhoudsopgave
Regeling tijdelijk verlaten van de inrichting
Artikel 18 Beslissing tot kortdurend en langdurend re-integratieverlof
Geldend
Geldend vanaf 01-07-2021
- Bronpublicatie:
08-05-2021, Stcrt. 2021, 28357 (uitgifte: 10-06-2021, regelingnummer: 3313234)
- Inwerkingtreding
01-07-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
08-05-2021, Stcrt. 2021, 28357 (uitgifte: 10-06-2021, regelingnummer: 3313234)
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Tenuitvoerlegging
Penitentiair recht / Algemeen
Strafprocesrecht (V)
1.
Op een eerste verzoek van een gedetineerde om kortdurend of langdurend re-integratieverlof beslist de selectiefunctionaris namens de minister indien het een gedetineerde betreft die, al dan niet onherroepelijk, is veroordeeld tot een onvoorwaardelijke vrijheidsstraf langer dan twee jaar tenzij de selectiefunctionaris wil afwijken van het advies van de directeur bedoeld in artikel 3, zesde lid. In dat geval beslissen de directeur van de divisie Individuele Zaken en de directeur van de divisie Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid tezamen namens de minister.
2.
De directeur is bevoegd om te besluiten op verzoeken om kortdurend en langdurend re-integratieverlof van gedetineerden met:
- a.
een gevangenisstraf tot maximaal twee jaar, en
- b.
een gevangenisstraf langer dan twee jaar indien het eerste re-integratieverlof zonder incidenten is verlopen.
3.
Indien de directeur wil afwijken van het advies van de selectiefunctionaris bedoeld in artikel 3, vijfde lid, dan beslissen de directeur van de divisie Individuele Zaken en de directeur van de divisie Gevangeniswezen en Vreemdelingenbewaring van de Dienst Justitiële Inrichtingen van het Ministerie van Justitie en Veiligheid tezamen namens de minister.
4.
Een volgend verzoek van een gedetineerde om kortdurend of langdurend re-integratieverlof wordt pas in behandeling genomen indien het vorige re-integratieverlof is geëvalueerd.