RvdW 2011/1517
Brief van verdachte voldeed niet aan eisen schriftelijke volmacht maar diende desondanks te worden opgevat als bijzondere volmacht hoger beroep in te stellen.
HR 29-11-2011, ECLI:NL:HR:2011:BT6443
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
29 november 2011
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan
- Zaaknummer
10/03706
- Conclusie
A-G Vellinga
- LJN
BT6443
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2011:BT6443, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 29‑11‑2011
ECLI:NL:PHR:2011:BT6443, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 27‑09‑2011
- Wetingang
Sv art. 450 lid 1 sub b
Essentie
Gelet op de inhoud van de brief van de verdachte - die bezwaarlijk anders kan worden verstaan dan als een uiting van verdachtes wens om tegen het daarin vermelde vonnis van de Kantonrechter het volgens de wet openstaande rechtsmiddel aan te wenden - had deze brief behoren te worden opgevat als een bijzondere volmacht in de zin van art. 450, eerste lid onder b, Sv.
De omstandigheid dat deze brief van de verdachte niet voldoet aan alle in HR 22 december 2009, LJN BJ7810, NJ 2010/102 geformuleerde eisen waaraan een schriftelijke ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.