Einde inhoudsopgave
RvdW 2023/892
Opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten in door verdachte onderverhuurde woning (art. 3 onder C jo. 11 lid 2 Opiumwet). Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat hennepplanten zich binnen machtssfeer van verdachte bevonden, dat hij hier wetenschap van had en planten dus opzettelijk aanwezig heeft gehad? HR: art. 81 lid 1 RO.
HR 12-09-2023, ECLI:NL:HR:2023:1167
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
12 september 2023
- Magistraten
Mrs. M.J. Borgers, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
22/00052
- Conclusie
A-G mr. T.N.B.M. Spronken
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Bijzonder strafrecht / Opiumwet
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:1167, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 12‑09‑2023
ECLI:NL:PHR:2023:588, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑06‑2023
Essentie
Opzettelijk aanwezig hebben van hennepplanten in door verdachte onderverhuurde woning (art. 3 onder C jo. 11 lid 2 Opiumwet). Bewijsklacht. Kon hof oordelen dat hennepplanten zich binnen machtssfeer van verdachte bevonden, dat hij hier wetenschap van had en planten dus opzettelijk aanwezig heeft gehad? HR: art. 81 lid 1 RO.
Partij(en)
HOGE RAAD DER NEDERLANDEN
STRAFKAMER
Nummer 22/00052
Datum 12 september 2023
ARREST
op het beroep in cassatie tegen een arrest van het gerechtshof Amsterdam van 5 januari 2022, nummer 23-002902-20, in de strafzaak
tegen
[verdachte] ,
geboren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.