NJB 2014/1850:Bestanddeel ‘in de uitoefening van een beroep of bedrijf’ art. 11 lid 3 Opw: mede gezien het strafverhogende effect van dit bestanddeel – een verdrievoudiging van het strafmaximum van de op te leggen vrijheidsstraf – moeten aan de vaststelling daarvan bepaaldelijk eisen worden gesteld en dient de rechter in voorkomende gevallen daaraan in zijn motivering van de bewezenverklaring nadere aandacht te geven. In casu toereikende bewijsmotivering van dit bestanddeel ofschoon de kwekerij zich nog slechts bevond in de voorbereidingsfase van de beoogde economische activiteiten