RvdW 2009, 822
Overschrijding van de redelijke termijn die tot gevolg heeft dat feiten niet meer juist zijn vast te stellen leidt niet tot niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie.
HR 23-06-2009, ECLI:NL:HR:2009:BI9202
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
23 juni 2009
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, H.A.G. Splinter-van Kan, C.H.W.M. Sterk
- Zaaknummer
S 07/13035
- Conclusie
A-G Vegter
- LJN
BI9202
- Vakgebied(en)
Recht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2009:BI9202, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 23‑06‑2009
ECLI:NL:PHR:2009:BI9202, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑04‑2009
Essentie
Overschrijding van de redelijke termijn die tot gevolg heeft dat feiten niet meer juist zijn vast te stellen leidt niet tot niet-ontvankelijkheid openbaar ministerie.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof te 's‑Gravenhage, Enkelvoudige Kamer, van 7 september 2007, nummer 22/000522-07, in de strafzaak tegen: [Verdachte]. Adv. mr. J. van Beest, te 's‑Gravenhage.
Voorgaande uitspraak
Hoge Raad:
1. Geding in cassatie
Het beroep is ingesteld door de verdachte. Namens deze heeft mr. J. van Beest, advocaat te 's-Gravenhage, bij schriftuur middelen van cassatie voorgesteld. De schriftuur is aan dit arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.