RvdW 2016/997
Belaging, Het opzet van verdachte hoeft niet gericht te zijn op de wederrechtelijkheid van zijn gedragingen.
HR 20-09-2016, ECLI:NL:HR:2016:2138
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
20 september 2016
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02067
- Conclusie
A-G mr. A.J.M. Machielse
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:2138, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 20‑09‑2016
ECLI:NL:PHR:2016:775, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑06‑2016
Essentie
Belaging, Het opzet van verdachte hoeft niet gericht te zijn op de wederrechtelijkheid van zijn gedragingen.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Den Haag van 17 april 2015, nummer 22/002805-14, in de strafzaak tegen: [verdachte]. Adv.: mr. J.M. Lintz, te 's-Gravenhage.
Conclusie
Conclusie A-G mr. A.J.M. Machielse
1. De verklaring van de verdachte.
De verdachte heeft ter terechtzitting in hoger beroep van 3 april 2015 verklaard — zakelijk weergegeven —:
Het klopt dat ik in de periode van 3 maart 2012 tot en met 16 januari 2013 heel veel sms'jes ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.