NJB 2020/982
Proceskostenvergoeding, art. 13a Wahv: de mogelijkheid om zodanige proceskostenvergoeding toe te kennen kan niet worden beperkt tot het geval dat de inleidende beschikking als bedoeld in deze bepaling wordt vernietigd. Er zijn immers ook situaties waarin de betrokkene materieel wel geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld en de kosten dus in zoverre als regel redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen, ook zonder dat de inleidende beschikking is vernietigd. Voor proceskostenvergoeding kan ook aanleiding bestaan indien bijvoorbeeld het sanctiebedrag lager of op nihil wordt vastgesteld of indien de inleidende beschikking wordt gewijzigd wat betreft de omschrijving van de gedraging en de feitcode
HR 07-04-2020, ECLI:NL:HR:2020:563
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
7 april 2020
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, Y. Buruma en M.T. Boerlage
- Zaaknummer
19/03614
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafprocesrecht / Terechtzitting en beslissingsmodel
Staatsrecht / Rechtspraak
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:563, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 07‑04‑2020
ECLI:NL:PHR:2019:1201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 26‑11‑2019
- Wetingang
(art. 13a Wahv)
Essentie
Proceskostenvergoeding, art. 13a Wahv: de mogelijkheid om zodanige proceskostenvergoeding toe te kennen kan niet worden beperkt tot het geval dat de inleidende beschikking als bedoeld in deze bepaling wordt vernietigd. Er zijn immers ook situaties waarin de betrokkene materieel wel geheel of gedeeltelijk in het gelijk is gesteld en de kosten dus in zoverre als regel redelijkerwijs voor vergoeding in aanmerking zouden moeten komen, ook zonder dat de inleidende beschikking is vernietigd. Voor proceskostenvergoeding kan ook aanleiding bestaan indien bijvoorbeeld het sanctiebedrag lager of op nihil wordt vastgesteld of indien de inleidende beschikking wordt gewijzigd wat betreft ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.