Einde inhoudsopgave
Besluit opleidingen en bevoegdheden nautische beroepsbeoefenaren
Artikel 5.2 Voorwaarden voor het uitoefenen van de functie van VTS-operator
Geldend
Geldend vanaf 02-02-2016. Let op: treedt met terugwerkende kracht in werking vanaf 18-01-2016
- Bronpublicatie:
22-01-2016, Stb. 2016, 44 (uitgifte: 01-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
02-02-2016, terugwerkend tot: 18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
22-01-2016, Stb. 2016, 44 (uitgifte: 01-02-2016, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Vervoersrecht / Binnenvaart
Vervoersrecht / Zeevervoer
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
1.
Het bevoegd gezag kan alleen een persoon bevoegd verklaren voor het uitoefenen van de functie van VTS-operator nadat deze persoon de opleiding tot VTS-operator met goed gevolg heeft afgerond en zolang deze persoon blijkt geeft over voldoende kennis en vakbekwaamheid te beschikken om de functie van VTS-operator te kunnen blijven uitoefenen.
2.
Onverminderde het eerste lid, kan de functie van VTS-operator tevens worden vervuld door de persoon die voldoet aan de krachtens artikel 33, eerste lid, van de Algemene wet erkenning EU-beroepskwalificaties voor het verkrijgen van erkenning van EU-kwalificaties van voor de functie van VTS-operator gestelde regels met betrekking tot het doorlopen van een aanpassingsstage of het afleggen van een proeve van bekwaamheid zowel wat betreft het landelijk deel van de opleiding als wat betreft de specifieke kenmerken van de scheepvaartwegen waarvoor betrokkene de scheepvaartbegeleiding gaat verzorgen en zolang deze persoon blijkt geeft over voldoende kennis en vakbekwaamheid te beschikken om de functie van VTS-operator te kunnen blijven uitoefenen.