RBP 2019/54
Internationaal privaatrecht. Omvat een beroep op immuniteit van jurisdictie tevens een beroep op het ontbreken van rechtsmacht (internationale bevoegdheid)?
HR 17-05-2019, ECLI:NL:HR:2019:732
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
17 mei 2019
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, M.V. Polak, M.J. Kroeze, C.H. Sieburgh
- Zaaknummer
18/00633
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- JCDI
JCDI:ADS70526:1
- Vakgebied(en)
Internationaal publiekrecht / Rechtshandhaving
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Internationaal privaatrecht / Internationaal bevoegdheidsrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:732, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 17‑05‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:343, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑03‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑05‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2018
- Wetingang
Art. 10, 11 Rv; art. 13 Wet AB; art. 26 lid 1 EEX-Verordening II (Verordening (EU) 1215/2012, hierna EEX-Vo II)
Essentie
Internationaal privaatrecht. Rechtsmacht. Immuniteit van jurisdictie. Stilzwijgende forumkeuze.
Omvat een beroep op immuniteit van jurisdictie tevens een beroep op het ontbreken van rechtsmacht (internationale bevoegdheid)?
Samenvatting
Siemens, verweerster in cassatie/eiseres in het incidenteel cassatieberoep, heeft aan een Iraakse staatsonderneming 240 telexapparaten verkocht. Een deel van de koopprijs is vooruitbetaald. Voor het restant heeft de Central Bank of Iraq (hierna CBI), eiseres tot cassatie/verweerster in het incidenteel cassatieberoep, bij telexbericht aan de Dresdner Bank een letter of credit gesteld. Voor het restantbedrag heeft Siemens aan de Staat Irak de verschuldigde koopsom in rekening gebracht. In verband met de internationale sancties ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.