Prg. 2020/304
Uitleg inleidende dagvaarding. Omdat de vordering weliswaar in het petitum ontbreekt, maar wel in het lichaam van de dagvaarding duidelijk is omschreven, moet deze door de rechter gewoon worden beoordeeld.
Hof 's-Hertogenbosch 03-11-2020, ECLI:NL:GHSHE:2020:3425
- Instantie
Hof 's-Hertogenbosch
- Datum
3 november 2020
- Magistraten
Mrs. I.B.N. Keizer, J.P. de Haan, N.W.M. van den Heuvel
- Zaaknummer
200.277.411_01
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS247671:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:GHSHE:2021:2013, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 29‑06‑2021
ECLI:NL:GHSHE:2021:512, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 23‑02‑2021
ECLI:NL:GHSHE:2020:3425, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 03‑11‑2020
ECLI:NL:GHSHE:2020:2186, Uitspraak, Hof 's-Hertogenbosch, 14‑07‑2020
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Is vordering houdbaar, indien deze bij vergissing niet in petitum maar louter in lichaam van dagvaarding wordt omschreven?
Ja. Uit inleiding dagvaarding blijkt duidelijk dat bepaalde hoofdsom wordt gevorderd.
Samenvatting
De kantonrechter heeft beslist dat appellante slechts een (neven)vordering heeft ter zake van de proceskosten en geen hoofdvordering. In de inleidende dagvaarding ontbreekt die immers. Daartegen komt appellante in appel op. In punt 7 van de dagvaarding in eerste aanleg is immers gesteld dat zij een vordering heeft van € 42.015,36 op geïntimeerde. Echter, in het petitum van die dagvaarding is uitsluitend geconcludeerd tot veroordeling in de proceskosten. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.