JONDR 2019/281
Gefailleerde is niet-ontvankelijk in cassatieberoep na overneming appelprocedure door curatoren
HR 22-02-2019, ECLI:NL:HR:2019:274
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
22 februari 2019
- Zaaknummer
18/03844
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht (V)
Insolventierecht / Faillissement
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:274, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 22‑02‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1434, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 21‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑09‑2018
- Wetingang
art. 10 Fw; art. 11 Fw; art. 12 Fw; art. 27 Fw
Essentie
Nu onherroepelijk vaststaat dat X BV buiten het geding is gesteld en geen procespartij meer is, kunnen slechts de curatoren cassatieberoep instellen van de uitspraken van het hof, met uitsluiting van X BV zelf.
Samenvatting
X BV (verzoekster) heeft als belanghebbende op de voet van artikel 10 Fw verzet aangetekend tegen de faillietverklaring (op eigen verzoek) van A BV. De rechtbank heeft het verzet afgewezen en X BV is van dit vonnis in hoger beroep gekomen bij het hof (artikel 11 Fw). Gedurende de appelprocedure is X BV zelf (definitief) failliet verklaard. De curatoren ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.