NJ 2022/276
Procesrecht. Verzoek voorlopig getuigenverhoor; strekking; maatstaf; gronden afwijzing.
HR 15-07-2022, ECLI:NL:HR:2022:1112
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
15 juli 2022
- Magistraten
Mrs. C.E. du Perron, C.H. Sieburgh, S.J. Schaafsma
- Zaaknummer
21/02591
- Conclusie
A-G mr. E.M. Wesseling-van Gent
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS663515:1
- Vakgebied(en)
Vermogensrecht / Algemeen
Vermogensrecht / Rechtsvorderingen
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1112, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 15‑07‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:201, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑02‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑06‑2021
- Wetingang
Essentie
Procesrecht. Verzoek voorlopig getuigenverhoor; strekking; maatstaf; gronden afwijzing.
Samenvatting
Een voorlopig getuigenverhoor strekt onder meer ertoe belanghebbenden bij een eventueel naderhand bij de burgerlijke rechter aanhangig te maken geding de gelegenheid te bieden vooraf opheldering te verkrijgen omtrent de feiten, teneinde hen in staat te stellen hun positie beter te beoordelen, met name ook ten aanzien van de vraag tegen wie het geding moet worden aangespannen. De verzoeker tot een voorlopig getuigenverhoor dient ingevolge art. 187 lid 3, aanhef en onder a en b, Rv in zijn verzoekschrift de aard en het beloop van de vordering te ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.