FED 2021/18
Deelnemingsvrijstelling niet van toepassing op cum/ex-voordeel.
HR 06-11-2020, ECLI:NL:HR:2020:1738, m.nt. dr. G.F. Boulogne
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
6 november 2020
- Magistraten
Mrs. Van Hilten, Feteris, Van Loon, Van Kalmthout, Faase; A-G Wattel
- Zaaknummer
18/04686
- Noot
dr. G.F. Boulogne
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS250993:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1738, Uitspraak, Hoge Raad, 06‑11‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 07‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:607, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 07‑06‑2019
- Wetingang
Art. 13 Wet VPB 1969
Essentie
Deelnemingsvrijstelling niet van toepassing op cum/ex-voordeel.
Samenvatting
Belanghebbende is een marketmaker die een pakket aandelen E AG (een beursgenoteerd Duits concern, “E”) verwerft en ter dekking van haar leveringsverplichting, onder meer, een pakket opgebouwde callopties uitoefent. In de verkoopprijs van de aandelen E was een superdividend begrepen (cum). Omdat belanghebbende de aandelen uiteindelijk na dividenduitkering (ex) levert, moet hij een dividendvervangende betaling doen. Door een lacune in de Duitse wetgeving hoefde belanghebbende bij deze cum/ex-transactie geen dividendbelasting af te dragen over de dividendvervangendende betaling, terwijl de kopers van de aandelen wel recht hadden (c.q. meenden te hebben) op verrekening/teruggaaf ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.