NJ 2021/198
Arbeidsrecht. Procesrecht. Aanvang en einde termijn indiening verzoekschrift tot nietigverklaring ontslag op staande voet (art. 7:686a lid 4, onder a, BW). Aflopen wettelijke termijn indien Algemene termijnenwet niet van toepassing is.
HR 21-05-2021, ECLI:NL:HR:2021:747
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
21 mei 2021
- Magistraten
Mrs. G. de Groot, C.A. Streefkerk, C.H. Sieburgh, H.M. Wattendorff, F.J.P. Lock
- Zaaknummer
20/00929
- Conclusie
A-G mr. R.H. de Bock
- Noot
Red. Aant.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS271109:1
- Vakgebied(en)
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2021:747, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 21‑05‑2021
ECLI:NL:PHR:2020:1157, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑12‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 10‑03‑2020
- Wetingang
Art. 7:686a lid 4, art. 7A:2031 (oud) BW
Essentie
Arbeidsrecht. Procesrecht. Aanvang en einde termijn indiening verzoekschrift tot nietigverklaring ontslag op staande voet (art. 7:686a lid 4, onder a, BW). Aflopen wettelijke termijn indien Algemene termijnenwet niet van toepassing is.
Samenvatting
De termijn waarbinnen het verzoekschrift ingevolge art. 7:686a lid 4, aanhef en onder a, BW moet worden ingediend, begint op de eerste dag na de laatste werkdag en loopt af aan het einde van de met de laatste werkdag overeenstemmende dag twee maanden later. De termijn eindigt daarmee in beginsel steeds aan het einde van de dag met hetzelfde nummer ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.