Einde inhoudsopgave
Tijdelijke regeling gebruiksbeperking commerciële radio-omroep
Artikel 1 Begripsbepalingen
Geldend
Geldend vanaf 22-12-2020
- Bronpublicatie:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 66397 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: WJZ/ 20035882)
- Inwerkingtreding
22-12-2020
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
15-12-2020, Stcrt. 2020, 66397 (uitgifte: 21-12-2020, regelingnummer: WJZ/ 20035882)
- Vakgebied(en)
Informatierecht / Telecommunicatie
Informatierecht / Media
In deze regeling wordt verstaan onder:
allotment 9C: allotment 9C als bedoeld in artikel 1 van de Regeling aanvraag- en veilingprocedure digitale radio-omroep DAB+ laag 7;
commerciële radio-omroep: radio-omroep als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Mediawet 2008 door een commerciële media-instelling;
commerciële media-instelling: commerciële media-instelling als bedoeld in artikel 1, eerste lid, van de Mediawet 2008;
demografisch bereik: het percentage van het aantal inwoners van Nederland dat bij benadering de uitzendingen via een etherfrequentie of een samenstel van etherfrequenties in het dekkingsgebied, berekend via de technische Zero Base-planningsnorm, kan ontvangen;
landelijke commerciële radio-omroep: commerciële radio-omroep die betrekking heeft op het verzorgen en uitzenden van radioprogramma's, bestemd voor een landelijk publiek;
maximale hoeveelheid frequentieruimte: maximale hoeveelheid frequentieruimte als bedoeld in artikel 3.11, eerste lid, van de wet;
niet-landelijke commerciële radio-omroep: commerciële radio-omroep die betrekking heeft op het verzorgen en uitzenden van radioprogramma’s waarvoor op grond van artikel 7 van de Regeling aanwijzing en gebruik frequentieruimte commerciële radio-omroep 2003 gebruiksvoorschriften gelden;
rechtspersoon: een privaatrechtelijke rechtspersoon naar Nederlands recht of het equivalent daarvan naar het recht van een van de overige lidstaten van de Europese Unie of een van de overige staten die partij zijn bij de Overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, en zijn statutaire zetel, zijn hoofdbestuur of zijn hoofdvestiging heeft binnen de Europese Economische Ruimte, of een Europese naamloze vennootschap als bedoeld in verordening (EG) nr. 2157/2001 van de Raad van 8 oktober 2001 betreffende het statuut van de Europese vennootschap (PbEU 2001, L 294);
wet:Telecommunicatiewet.