Einde inhoudsopgave
Gedelegeerde verordening (EU) 2018/273 tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1308/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft het vergunningenstelsel voor het aanplanten van wijnstokken, het wijnbouwkadaster, begeleidende documenten en certificering, het in- en uitslagregister, de verplichte opgaven, meldingen en de bekendmaking van meegedeelde informatie, tot aanvulling van Verordening (EU) nr. 1306/2013 van het Europees Parlement en de Raad wat betreft de toepasselijke controles en sancties, tot wijziging van de Verordeningen (EG) nr. 555/2008, (EG) nr. 606/2009 en (EG) nr. 607/2009 van de Commissie en tot intrekking van Verordening (EG) nr. 436/2009 van de Commissie en Gedelegeerde Verordening (EU) 2015/560 van de Commissie
Artikel 2 Definities
Geldend
Geldend vanaf 30-12-2022
- Bronpublicatie:
13-10-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2566)
- Inwerkingtreding
30-12-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
13-10-2022, PbEU 2022, L 330 (uitgifte: 23-12-2022, regelingnummer: 2022/2566)
- Vakgebied(en)
Agrarisch recht (V)
EU-recht / Marktintegratie
Ondernemingsrecht / Economische ordening
1.
In deze verordening en in Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 wordt verstaan onder:
- a)
‘wijnbouwer’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, waarvan het bedrijf zich bevindt op het grondgebied van de Unie, zoals gedefinieerd in artikel 52 van het Verdrag betreffende de Europese Unie, in samenhang met artikel 355 van het Verdrag betreffende de werking van de Europese Unie, en die in het bezit is van een met wijnstokken beplante oppervlakte waarvan de opbrengst wordt gebruikt voor de commerciële productie van wijnbouwproducten of waarvoor een vrijstelling geldt omdat de oppervlakte wordt gebruikt voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen, of voor de teelt van moederplanten voor entstokken als bedoeld in artikel 3, lid 2;
- b)
‘wijnbouwproducten’: de producten die zijn vermeld in deel XII van bijlage I bij Verordening (EU) nr. 1308/2013, met uitzondering van wijnazijn van de GN-codes 2209 00 11 en 2209 00 19;
- c)
‘wijnbouwperceel’: een perceel landbouwgrond als gedefinieerd in artikel 67, lid 4, punt a), van Verordening (EU) nr. 1306/2013 dat is beplant met wijnstokken en dat ofwel gericht is op de commerciële productie van wijnbouwproducten ofwel valt onder de vrijstelling wegens gebruik voor experimentele doeleinden, voor het opzetten van verzamelingen wijnstokrassen voor de instandhouding van genetische hulpbronnen, of voor de teelt van moederplanten voor entstokken als bedoeld in artikel 3, lid 2;
- d)
‘uit productie genomen wijnbouwoppervlakte’: een met wijnstokken beplante oppervlakte waarop sinds meer dan vijf wijnoogstjaren niet langer regelmatig teeltwerkzaamheden ter verkrijging van een verhandelbaar product worden verricht, onverminderd specifieke door de lidstaten omschreven gevallen, en waarvoor de producent niet langer op basis van het rooien ervan recht heeft op een vergunning voor herbeplanting overeenkomstig artikel 66 van Verordening (EU) nr. 1308/2013;
- e)
‘oogster’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, die de druivenoogst binnenhaalt van een met wijnstokken beplante oppervlakte om de geoogste druiven te verhandelen met het oog op de productie van wijnbouwproducten door derden, of om de druiven voor handelsdoeleinden in zijn of haar bedrijf te verwerken tot wijnbouwproducten of ze voor eigen rekening te laten verwerken;
- f)
‘verwerker’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, door wie of in opdracht van wie wijn wordt verwerkt, met als resultaat wijn, likeurwijn, mousserende wijn of parelwijn, mousserende wijn of parelwijn waaraan koolzuurgas is toegevoegd, mousserende kwaliteitswijn of aromatische mousserende kwaliteitswijn;
- g)
‘kleinhandelaar’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, die beroepshalve een zakelijke activiteit verricht welke de rechtstreekse verkoop aan de consument omvat van wijn of most in kleine hoeveelheden, zoals door elke lidstaat bepaald met inachtneming van de bijzondere kenmerken van de handel en de distributiesector, met uitzondering van degenen die gebruikmaken van ruimten met voorzieningen voor de opslag of installaties voor het bottelen van wijnen in belangrijke hoeveelheden of die onverpakt vervoerde wijn ambulant verkopen;
- h)
‘bottelen’: het voor handelsdoeleinden verpakken van wijn als eindproduct in recipiënten met een inhoud van ten hoogste 60 liter;
- i)
‘bottelaar’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, die wijn bottelt of voor eigen rekening laat bottelen;
- j)
‘handelaar’: een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, anders dan een particuliere consument of kleinhandelaar, die voor handelsdoeleinden wijnbouwproducten in voorraad heeft of die betrokken is bij de handel in die producten en die producten eventueel ook bottelt, met uitzondering van distilleerderijen;
- k)
‘wijnoogstjaar’: het verkoopseizoen voor de wijnsector als bedoeld in artikel 6, onder d), van Verordening (EU) nr. 1308/2013;
- l)
‘verzameling wijnstokrassen’: een wijnbouwperceel dat is beplant met meerdere wijnstokrassen, waarbij elk ras niet meer dan vijftig wijnstokken telt.
2.
Voor de toepassing van de hoofdstukken IV tot en met VIII van deze verordening, met uitzondering van artikel 47, en voor de toepassing van de hoofdstukken IV tot en met VII van Uitvoeringsverordening (EU) 2018/274 wordt onder ‘producent’ verstaan een natuurlijke of rechtspersoon dan wel een groepering van natuurlijke of rechtspersonen, ongeacht de rechtspositie van de groepering en haar leden volgens het nationale recht, die zelf voor handelsdoeleinden verse druiven, most of jonge, nog gistende wijn tot wijn of most verwerkt of voor eigen rekening laat verwerken.
3.
Voor de toepassing van artikel 10, lid 1, wordt onder ‘kleine producent’ verstaan een producent die gemiddeld minder dan 1 000 hl wijn per wijnoogstjaar produceert, op basis van de gemiddelde jaarlijkse productie in ten minste drie opeenvolgende wijnoogstjaren.
De lidstaten kunnen besluiten dat onder de definitie van ‘kleine producent’ geen producenten vallen die verse druiven, most of jonge, nog gistende wijn kopen om deze tot wijn te verwerken.