NJB 2017/2104
Sociale zekerheid. Premie volksverzekeringen. Prejudiciële vragen Hoge Raad aan HvJ EU naar aanleiding van prejudiciële vragen van een rechtbank aan Hoge Raad. De socialezekerheidswetgeving van welk land is van toepassing op zeevarende ten aanzien waarvan de zeevarendenbepaling van de Vo. 883/2004 niet van toepassing is? Aldewereldleer nog van toepassing? Groenlichtvraagstelling door de Hoge Raad
HR 27-10-2017, ECLI:NL:HR:2017:2681
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
27 oktober 2017
- Magistraten
Mrs. Koopman, Fierstra, Groeneveld, Wortel en Beukers-van Dooren
- Zaaknummer
17/01041
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
EU-recht / Rechtsbescherming
Premieheffing / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1201, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑07‑2019
ECLI:NL:HR:2017:2681, Uitspraak, Hoge Raad, 27‑10‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:723, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑08‑2017
- Wetingang
(art. 11 Verordening 883/2004)
Essentie
Sociale zekerheid. Premie volksverzekeringen. Prejudiciële vragen Hoge Raad aan HvJ EU naar aanleiding van prejudiciële vragen van een rechtbank aan Hoge Raad. De socialezekerheidswetgeving van welk land is van toepassing op zeevarende ten aanzien waarvan de zeevarendenbepaling van de Vo. 883/2004 niet van toepassing is? Aldewereldleer nog van toepassing? Groenlichtvraagstelling door de Hoge Raad
Uitspraak
Hoge Raad, onder meer:
“3. De feitelijke uitgangspunten
3.1.
Belanghebbende heeft de Letse nationaliteit en woonde in het jaar 2013 in Letland.
3.2.
Belanghebbende was van 13 augustus 2013 tot en met 31 december 2013 in dienstbetrekking werkzaam bij [A] B.V., gevestigd in ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.