Einde inhoudsopgave
Vreemdelingencirculaire 2000 (B)
8.5 Gezinsleden van houders van een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ verleend na verblijf in het kader van medische behandeling
Geldend
Geldend vanaf 01-10-2024
- Bronpublicatie:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Inwerkingtreding
01-10-2024
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
18-09-2024, Stcrt. 2024, 30836 (uitgifte: 30-09-2024, regelingnummer: WBV 2024/20)
- Vakgebied(en)
Vreemdelingenrecht (V)
Op grond van artikel 3.51, vierde lid, Vb in combinatie met artikel 3.24aa, tweede lid, aanhef en onder l, VV verleent de IND een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ alleen aan de vreemdeling die aan de volgende voorwaarden voldoet:
- •
de hoofdpersoon bij wie verblijf is verleend, is op grond van artikel 3.51, eerste lid, onderdeel a, ten tweede, of artikel 3.51, eerste lid, onderdeel b, Vb, in het bezit is gesteld van een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ na:
- a.
drie jaar als houder van een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd onder de beperking ‘medische behandeling’; of
- b.
twee jaar als houder van een verblijfsvergunning regulier bepaalde tijd onder de beperking ‘medische behandeling’ die verleend is direct nadat zijn uitzetting uit Nederland op grond van artikel 64 Vw gedurende ten minste een jaar achterwege was gebleven; en
- •
de vreemdeling heeft gedurende de gehele periode voldaan aan alle voorwaarden voor verlenging van de geldigheidsduur van de oorspronkelijke verblijfsvergunning;
- •
de vreemdeling voldoet, op het moment waarop hij de aanvraag voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’ indient, aan alle voorwaarden voor verlenging van de oorspronkelijke verblijfsvergunning;
- •
de vreemdeling dient tegelijkertijd met, of op een latere datum dan de hoofdpersoon een aanvraag in voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd onder de beperking ‘niet-tijdelijke humanitaire gronden’; en
- •
de vreemdeling voldoet aan de algemene verblijfsvoorwaarden genoemd in artikel 16 Vw. De vreemdeling hoeft niet te beschikken over voldoende middelen van bestaan of een verklaring van een referent (als gevolg van art. 3.51, vierde lid, Vb).