AB 2018/272
Huisvestingswetboete. Onttrekking aan woonruimtevoorraad wegens hennepkwekerij.
ABRvS 13-06-2018, ECLI:NL:RVS:2018:1950, m.nt. T.I. Oost
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
13 juni 2018
- Magistraten
Mrs. C.J. Borman, F.C.M.A. Michiels, N. Verheij
- Zaaknummer
201701997/1/A3
- Noot
T.I. Oost
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS929352:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Omgevingswet
Bestuursrecht algemeen / Bestuursbevoegdheden
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2018:1950, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 13‑06‑2018
- Wetingang
Art. 21 aanhef en onder a Huisvestingswet 2014; art. 4.2 lid 1 jo. art. 5.2 Huisvestingsverordening 2015 (Gemeente Tilburg); Beleidsregel bestuurlijke boete Huisvestingswet
Essentie
Art. 35 Huisvestingswet 2014 vereist dat concrete boetebedragen dienen te worden opgenomen in een gemeentelijke huisvestingsverordening en niet in beleidsregels.
Samenvatting
Naar het oordeel van de Afdeling is er in dit geval geen grondslag voor boeteoplegging. Er is immers niet voldaan aan de uit de Huisvestingswet 2014 voortvloeiende verplichting dat concrete boetebedragen in de Huisvestingsverordening moeten worden opgenomen. Op grond van de Huisvestingswet 2014 is het niet mogelijk om, zoals het college in dit geval heeft gedaan, concrete boetebedragen in beleidsregels op te nemen.
Aan dit oordeel liggen de letterlijke tekst van lid ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.