Einde inhoudsopgave
Statuut voor het Koninkrijk der Nederlanden
Artikel 60a [Staatsregeling Curaçao en Sint Maarten]
Geldend
Geldend vanaf 16-09-2010
- Bronpublicatie:
07-09-2010, Stb. 2010, 333 (uitgifte: 15-09-2010, kamerstukken: 32213)
- Inwerkingtreding
16-09-2010
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
07-09-2010, Stb. 2010, 333 (uitgifte: 15-09-2010, kamerstukken: 32213)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport
Ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid
Ministerie van Financiën
Ministerie van Verkeer en Waterstaat
Ministerie van Landbouw, Natuurbeheer en Visserij
Ministerie van Buitenlandse Zaken
Ministerie van Justitie
Ministerie van Economische Zaken
Ministerie van Defensie
Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer
- Vakgebied(en)
Staatsrecht / Staatsinrichting
1.
De door de eilandsraden van Curaçao en Sint Maarten bij eilandsverordening vastgestelde ontwerpen voor een Staatsregeling van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, verkrijgen op het tijdstip van inwerkingtreding van de artikelen I en II van de Rijkswet wijziging Statuut in verband met de opheffing van de Nederlandse Antillen de staat van Staatsregeling van Curaçao, onderscheidenlijk van Sint Maarten, indien:
- a.
het gevoelen van de regering van het Koninkrijk is ingewonnen voordat het ontwerp aan de betrokken eilandsraad is aangeboden, onderscheidenlijk voordat een initiatiefontwerp door de betrokken eilandsraad in onderzoek is genomen
- b.
het ontwerp door de betrokken eilandsraad met ten minste twee derden van de uitgebrachte stemmen is aanvaard en
- c.
de regering van het Koninkrijk met het door de betrokken eilandsraad vastgestelde ontwerp heeft ingestemd.
2.
Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen, dan wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd in het eerste lid, onder b, indien de eilandsraad na de stemming over het ontwerp is ontbonden en het ontwerp met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen is aanvaard door de in verband met die ontbinding nieuw gekozen eilandsraad.
3.
Indien een ontwerp door een eilandsraad is aanvaard met een kleinere meerderheid dan twee derden van de uitgebrachte stemmen en de betrokken eilandsraad niet is ontbonden, dan wordt die eilandsraad door de gezaghebber ontbonden. Het besluit tot ontbinding behelst de uitschrijving van de verkiezing van een nieuwe eilandsraad binnen twee maanden en de eerste samenkomst van de nieuwe eilandsraad binnen drie maanden na de datum van het besluit tot ontbinding. Indien de nieuw gekozen eilandsraad het ontwerp aanvaardt met een volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, wordt voldaan aan de voorwaarde genoemd onder b van het eerste lid.