Hof Amsterdam, 07-02-2012, nr. 200.099.314/01 SKG
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV3011, Hoger beroep: (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
- Instantie
Hof Amsterdam
- Datum
07-02-2012
- Magistraten
Mrs. G.J. Visser, M.A. Goslings, J.H. Huijzer
- Zaaknummer
200.099.314/01 SKG
- LJN
BV3011
- Roepnaam
AFC Ajax/Cruijff
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht (V)
- Brondocumenten en formele relaties
ECLI:NL:GHAMS:2012:BV3011, Uitspraak, Hof Amsterdam, 07‑02‑2012
Eerste aanleg: ECLI:NL:RBAMS:2011:BU7540, (Gedeeltelijke) vernietiging en zelf afgedaan
Uitspraak 07‑02‑2012
Mrs. G.J. Visser, M.A. Goslings, J.H. Huijzer
Partij(en)
ARREST
in de zaak van:
- 1.
de naamloze vennootschap
AFC AJAX N.V.,
gevestigd te Amsterdam,
- 2.
Steven TEN HAVE,
wonende te Zeist,
- 3.
Marjan HARINCK-OLFERS,
wonende te Amsterdam,
- 4.
Paulus RÖMER,
wonende te Amsterdam,
- 5.
Edgar Steven DAVIDS,
wonende te Amsterdam,
APPELLANTEN in het principaal appel,
GEÏNTIMEERDEN in het incidenteel appel,
advocaat: mr. P.N. Wakkie te Amsterdam.
tegen
- 1.
Hendrik Johannes CRUIJFF,
wonende te Barcelona, Spanje,
- 2.
Michel KREEK,
wonende te Diemen,
- 3.
Orlando Samuel TRUSTFULL,
wonende te Almere,
- 4.
Wilhelmus Maria JONK,
wonende te Volendam, gemeente Edam-Volendam,
- 5.
Dennis Nicolaas Maria BERGKAMP,
wonende te Blaricum,
- 6.
Dean Roberto GORRÉ,
wonende te Bowdon, Verenigd Koninkrijk,
- 7.
a) Ruben JONGKIND,
wonende te Barneveld,
- 7.
b) de vennootschap onder firma
APRENDO V.O.F.,
zaakdoende te Amersfoort,
- 8.
Ronaldus DE BOER,
wonende te Amsterdam,
- 9.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
J. STAM BEHEER B.V.,
gevestigd te Dalfsen,
- 10.
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
OVERMARS VASTGOED B.V.,
gevestigd te Epe,
- 11.
Bryan Eduard Steven ROY,
wonende te Amsterdam,
- 12.
Jakobus Johannes BOSMAN,
wonende te Amstelveen,
- 13.
Derk DE KLOET, h.o.d.n. VITALITY MANAGEMENT,
wonende te Kortenhoef, gemeente Wijdemeren,
- 14.
Lydia Susanna FRITZ-VAN DER MOOT,
wonende te Purmerend,
GEÏNTIMEERDEN in het principaal appel,
APPELLANTEN in het incidenteel appel,
advocaat: mr. Chr. F. Kroes te Amsterdam.
Appellante sub 1 zal hierna worden aangeduid als Ajax, appellanten sub 2 tot en met 5 als Ten Have c.s. en tezamen worden zij Ajax c.s. genoemd. Geïntimeerde sub 1 zal worden aangeduid als Cruijff, de geïntimeerden 2 tot en met 14 als Kreek c.s. en tezamen zullen geïntimeerden Cruijff c.s. worden genoemd.
1. Het geding in hoger beroep
Bij dagvaarding van 16 december 2011 zijn Ajax c.s. in hoger beroep gekomen van het door de voorzieningenrechter in de rechtbank Amsterdam, nevenzittingsplaats Haarlem, onder zaak-nummer/rolnummer 505055 / KG ZA 11-1878 tussen Cruijff c.s. als eisers en Ajax c.s. als gedaagden gewezen en op 12 december 2011 uitgesproken vonnis in kort geding (hierna: het vonnis). De appeldagvaarding bevat de grieven.
Ajax c.s. hebben tegen het vonnis elf grieven aangevoerd, producties in het geding gebracht en geconcludeerd dat het hof het vonnis zal vernietigen en, opnieuw rechtdoende, alsnog de door Cruijff c.s. gevorderde voorzieningen zal afwijzen, met hoofdelijke veroordeling van Cruijff c.s. in de kosten van de beide instanties.
Bij memorie hebben Cruijff c.s. de grieven bestreden, producties in het geding gebracht, zelf bij wege van incidenteel appel tegen het vonnis twee grieven aangevoerd, hun eis gewijzigd en geconcludeerd tot bekrachtiging van het vonnis en tot toewijzing van de in hoger beroep aangepaste vorderingen I tot en met IV, met hoofdelijke veroordeling van Ajax c.s. in de kosten van het geding in hoger beroep.
Ajax c.s. hebben bij memorie de grieven in het incidenteel appel bestreden, producties in het geding gebracht en geconcludeerd dat het hof het incidenteel appel zal verwerpen, met hoofdelijke veroordeling van Cruijff c.s. in de kosten ervan.
Partijen hebben hun zaak mondeling, aan de hand van aan het hof overgelegde pleitaantekeningen, doen bepleiten, Ajax c.s. door mr. Wakkie voornoemd en Cruijff c.s. door mr. Kroes voornoemd en door mr. J. Bedaux, advocaat te Amsterdam. Bij deze gelegenheid hebben beide partijen nog producties in het geding gebracht, Ajax c.s. de producties 23A tot en met 31 en Cruijff c.s. de producties 64 tot en met 72, waarbij productie 72 wordt gevormd door een akte van een ter griffie van het hof op 13 januari 2012 onder nummer 2/2012 verricht depot van vier DVD's.
Ten slotte hebben partijen het hof verzocht arrest te wijzen.
2. Feiten
2.1.
De voorzieningenrechter heeft in het vonnis onder 2.1 tot en met 2.23 de feiten, waarvan hij is uitgegaan, weergegeven. De (thans nog) belangrijkste daarvan zijn de volgende:
- (i)
Ajax is een structuurvennootschap met volledig regime. De vennootschap is beursgenoteerd.
Met ingang van 25 juli 2011 zijn Cruijff, Ten Have, Olfers, Römer en Davids commissaris van Ajax. Samen vormen zij de Raad van Commissarissen (hierna: de RvC). Ten Have is voorzitter van de RvC. J. Slop (hierna: Slop) en H.G.C. van der Aat (hierna: Van der Aat) zijn gezamenlijk bevoegd bestuurder van de vennootschap. Slop en Van der Aat vormen samen de Hoofddirectie.
- (ii)
De vereniging Amsterdam Football Club ‘Ajax’ (hierna: de vereniging) bezit 73% van de aandelen in de vennootschap, alsmede een bijzonder aandeel met in de statuten van de vennootschap omschreven goedkeuringsrechten. De vereniging heeft een ledenraad.
- (iii)
Ajax heeft een onderneming met een ondernemingsraad (hierna: de OR) die 288 werknemers vertegenwoordigt.
- (iv)
In het document Rapport Technisch Platform Deel 1: voetbalontwikkeling ‘Op weg naar een georganiseerde chaos, op weg naar succes’ (hierna: het Rapport) is blijkens de daarin opgenomen samenvatting, gedagtekend maart 2011 met daaronder de namen van Cruijff, Peter Boeve, Rik van den Boog en Dick Schoenaker, de weg beschreven die Ajax kan nemen om van de huidige situatie in de jeugdopleiding naar een situatie te gaan waarin de in het rapport beschreven pijlers op optimale wijze ontplooid zullen worden.
- (v)
Het document Implementatie plan ‘Op weg naar succes’ (hierna: het Plan), gedateerd juli 2011, blijkens de eerste pagina ervan opgesteld door Jongkind in samenwerking met Jonk, Van der Moot, Bergkamp, De Kloet en Roy, vormt een uitwerking van het omschrevene in het Rapport.
- (vi)
Sinds 1 juli 2011 zijn Kreek c.s. werkzaam voor Ajax.
Onder meer Stam, Overmars en De Boer zijn als jeugdtrainer aangetrokken. Jonk, manager bovenbouw en Bergkamp, assistent trainer eerste, vormen samen met hoofdtrainer F. de Boer, het in het Rapport en in het Plan zogenoemde technisch hart.
- (vii)
In de statuten van Ajax (hierna: de statuten) is onder meer als volgt bepaald:
(…)
Benoeming, schorsing en ontslag.
- 1.
De Raad van Commissarissen benoemt de leden van de Hoofddirectie. Hij geeft de algemene vergadering kennis van een voorgenomen benoeming.
Bestuurstaak. Besluitvorming. Taakverdeling.
(…)
- 4.
De Hoofddirectie kan zich in haar taak doen bijstaan door functionarissen met een persoonlijke titel waarvan het woord directeur deel uitmaakt. De aanwijzing van deze functionarissen geschiedt door de Hoofddirectie. (…) De taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden van elk dezer functionarissen worden vastgesteld door de Hoofddirectie en kunnen door deze te allen tijde worden gewijzigd.
(…)
Goedkeuring van besluiten van de Hoofddirectie.
- 1.
Aan de goedkeuring van de Raad van Commissarissen zijn onderworpen besluiten van de Hoofddirectie omtrent:
(…)
- n.
het aanstellen en ontslaan van functionarissen als bedoeld in artikel 17 lid 4 en het vaststellen van hun bevoegdheid en titulatuur (…)
(…)
- p.
de vaststelling van beleidsvoornemens (en daarin van tijd tot tijd aan te brengen wijzigingen) betreffende de operatio-nele en financiële doelstellingen van de vennootschap, de strategie die moet leiden tot het realiseren van de doelstellingen en de randvoorwaarden die bij de strategie worden gehanteerd.
- 2.
Aan de goedkeuring van de houder van het bijzonder aandeel zijn onderworpen besluiten van de Hoofddirectie om-trent:
(…)
- e.
wijziging in de structuur van de op topvoetbal gerichte jeugdopleiding alsmede wijzigingen in de ten behoeve van deze jeugdopleiding gebruikte accommodaties en faciliteiten;
- f.
wezenlijke wijzigingen in de structuur van het functioneren van jeugd- en amateurelftallen;
(…)
Opzegging vertrouwen in de Raad van Commissarissen.
- 1.
De algemene vergadering kan bij volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen, vertegenwoordigend ten minste een derde van het geplaatste kapitaal het vertrouwen in de Raad van Commissarissen opzeggen. Het besluit dient met rede-nen omkleed te zijn. (…)
- 2.
Een besluit als bedoeld in lid 1 wordt niet genomen dan nadat de Hoofddirectie, de ondernemingsraad van het voorstel voor het besluit en de gronden daartoe in kennis heeft gesteld. De kennisgeving geschiedt ten minste dertig dagen voor de algemene vergadering waarin het voorstel wordt behandeld. (…)
(…)
Werkwijze en besluitvorming.
(…)
- 5.
Alle besluiten van de Raad van Commissarissen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen.
- 6.
De Raad van Commissarissen kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de commissarissen ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is.
(…)
Algemene vergadering van aandeelhouders.
Jaarvergadering.
(…)
- 3.
Aandeelhouders die alleen of gezamenlijk voldoen aan de toepasselijke wettelijk gestelde minimum drempel hebben het recht om onderwerpen voor de agenda voor te stellen, mits deze voorstellen, met redenen omkleed, ten minste zestig (60) dagen vóór die van de vergadering schriftelijk bij de Hoofddirectie of de voorzitter van de Raad van Commissarissen zijn ingediend.
(…)
Oproeping. Agenda.
- 1.
De algemene vergaderingen van aandeelhouders worden door de Raad van Commissarissen of de Hoofddirectie bijeengeroepen.
- 2.
De oproeping geschiedt niet later dan op de tweeënveertigste dag vóór die van de vergadering.
(…)
- 6.
Onderwerpen die niet bij de oproeping zijn vermeld, kunnen nader worden aangekondigd met inachtneming van de voor de oproeping geldende termijn, (…).
- (viii)
Het reglement van de RvC bevat onder meer de volgende bepalingen:
(…)
Artikel 5. Werkwijze en besluitvorming
(…)
5.2
De oproeping ter vergadering geschiedt door de secretaris. De oproeping geschiedt niet later dan zes werkdagen voor die der vergadering, onverminderd de bevoegdheid van de secretaris om, in opdracht van de voorzitter, in spoedeisende gevallen de vergadering op een kortere termijn dan de hiervoor bedoelde bijeen te roepen. Bij de oproepingsbrief worden de te behandelen onderwerpen steeds vermeld.
(…)
5.4
Alle besluiten van de Raad van Commissarissen worden genomen met volstrekte meerderheid van de uitgebrachte stemmen (…)
5.5
De Raad van Commissarissen kan in een vergadering alleen geldige besluiten nemen indien de meerderheid van de commissarissen ter vergadering aanwezig of vertegenwoordigd is. (…)
(…)
Artikel 11. Relatie tot de Hoofddirectie
(…)
11.11
De werkzaamheden van de RvC met betrekking tot de samenstelling van de Hoofddirectie en de selectie van mogelijke nieuwe leden van de Hoofddirectie worden voorbereid en gecoördineerd door de RvC als geheel. (…)
(…)
- (ix)
Bij brief van 15 november 2011 aan de RvC heeft de OR onder meer als volgt bericht:
De Ondernemingsraad doet een nadrukkelijk beroep op de Raad van Commissarissen om op zeer korte termijn effectieve maatregelen te nemen op de bestuurlijke en organisatorische wanorde die er al enige tijd heerst binnen Ajax.
De Ondernemingsraad is van mening dat er binnen Ajax onvoldoende sturing en leiding aanwezig is, mede door de langdurige afwezigheid van Jeroen Slop wegens ziekte en de daardoor ontstane verminderde bereikbaarheid van Henri van der Aat. Hierdoor komen de operationele werkzaamheden dermate in gevaar, dat dit voor de korte en lange termijn schadelijk is voor Ajax.
(…)
De Ondernemingsraad spreekt zijn zorg uit over deze situatie op de Toekomst en constateert dat de onrust tevens overslaat op de Ajax-kantoren binnen de Arena. Medewerkers verkeren in onzekerheid, worden angstig en delen hun toenemende zorgen met de Ondernemingsraad.
(…)
- (x)
Bij e-mailbericht van 16 november 2011, 6:59 uur, van Ten Have aan het e-mailadres van Danny Cruijff, de echtgenote van Cruijff, in kopie aan Cruijff en Rutger Koopmans, met als onderwerp: RVC-bijeenkomst 16 november 2011, 16.00 uur is onder meer vermeld:
Beste Johan,
Heb eerder pogingen gedaan om na vorige week in contact en tot een afspraak te komen. Heb helaas niets van jou gehoord.
Mede gegeven onze gesprekken vorige week en de vergadering van de Ledenraad vanavond heeft Pascale een vergadering voor de RvC opgezet. Deze vind vanmiddag, woensdag 16 november, om 16 uur plaats in de Arena. Het is belangrijk dat we er samen kunnen spreken, ik doe een dringend beroep op je.
Met het oog op onze voortgang op de bekende onderwerpen is het belangrijk als RvC te vergaderen. Als je niet in Nederland bent, is het prima om in te bellen of net als vorige week gebruik te maken van je videosysteem. Onderwerpen zijn rapportage commissie en voortgang samenstelling directie. (…)
- (xi)
In een e-mailbericht van 16 november 2011, 13:28 uur van het e-mailadres van Danny Cruijff, ondertekend door Cruijff, met als onderwerp: Vergadering is onder meer als volgt vermeld:
(…)
Wat betreft de vergadering: op zulk kort termijn kan ik die niet inplannen in mijn drukke werkzaamheden vandaag.
(…)
(xii) Op 16 november 2011 om 16.00 uur heeft een vergadering plaatsgevonden van de RvC, waarbij aanwezig waren Ten Have, Olfers, Römer, Davids en de secretaris van de RvC.
- (xiii)
Bij e-mailbericht van 16 november 2011 aan Cruijff namens Ten Have, Olfers, Römer en Davids is vermeld:
(…)
Naar wij om 16.00 uur weer begrepen kon jij niet voldoen aan ons uitdrukkelijke en dringende verzoek deel te nemen aan de RvC vergadering van vandaag om 16.00 uur.
Daarom informeren wij je nu als lid van de RvC en uiteraard voordat wij dit middels een persbericht uit doen gaan, over het voorgenomen besluit, om te komen tot een aantal (interim) directie benoemingen.
Het gaat om Martin Sturkenboom, Danny Blind en Louis van Gaal. In het persbericht dat wij bijvoegen vind je een nadere toelichting.
Ivo zal je namens Ajax en de RvC nogmaals oproepen voor een RvC vergadering waarin dit, in iedergeval door 4 commissarissen gesteunde voorgenomen besluit, het belangrijkste onderwerp zal zijn.
(…)
- (xiv)
In de notulen van de vergadering van de RvC d.d. 16 november 2011, ondertekend door de voorzitter en secretaris op 30 november 2011, is onder meer vermeld:
(…)
- 4.
Voorgenomen besluiten samenstelling directie
StH licht toe welke voorgenomen besluiten het betreft.
- •
De beoogde aanstelling van de heer Martin Sturkenboom tot algemeen directeur ad interim. Beoogd is dat hij als zodanig ad interim leiding zal geven aan het besturen van de vennootschap en het directieteam.
- •
De beoogde aanstelling van de heer Danny Blind tot technisch directeur ad interim. Beoogd is dat hij als zodanig toegevoegd zal worden aan het directie team ter ondersteuning van Martin Sturkenboom om te fungeren als aanspreekpunt voor de operationele, zakelijke en administratieve aspecten van de voetbalactiviteiten (zoals transfers, contracten, logistiek, facilitaire zaken).
- •
De beoogde aanstelling per 1 juli 2012 van de heer Louis van Gaal tot statutair directeur van de vennootschap, tevens voorzitter van het directie team. Beoogd is dat per gelijke datum Martin Sturkenboom benoemd wordt tot statutair directeur van de vennootschap met de portefeuille algemene zaken.
Benadrukt wordt dat het in alle gevallen gaat om voorgenomen benoemingen met inachtneming van de terzake geldende proceures, waaronder advisering door de OR en (m.b.t. de voorgenomen statutaire benoemingen) kennisgeving aan de AVA van de voorgenomen benoemingen.
Alle aanwezige commissarissen kunnen zich in de voorgenomen besluiten vinden en stemmen ermee in dat zo spoedig mogelijk uitvoering wordt gegeven aan alle terzake geldende procedures.
Inmiddels is gebleken dat de OR positief is over de voorgenomen besluiten, dat de Directie van de vennootschap (thans bestaande uit de heren Slop en Van der Aat) de voorgenomen besluiten steunt en bereid is de Directie besluiten te nemen die nodig zijn i.v.m. de twee ad interim aanstellingen.
(…)
- (xv)
Bij nadere aankondiging van 17 november 2011 is aan de agenda voor de AvA van 12 december 2011 toegevoegd het agendapunt Kennisgeving van de voorgenomen benoeming van twee leden van de directie, te weten de heer Louis van Gaal en de heer Martin Sturkenboom.
- (xvi)
Bij e-mailbericht van 17 november 2011, 19.25 uur, van de secretaris van de RvC aan alle commissarissen is bevestigd dat de eerstvolgende vergadering van de RvC is uitgeschreven voor 25 november 2011, met bijvoeging van de agenda en overige vergaderstukken.
- (xvii)
Bij e-mailbericht van 25 november, 12:43 uur, van het e-mailadres van Danny Cruijff, ondertekend door Cruijff met als onderwerp: Vergadering, is als volgt vermeld:
Ik heb afgelopen zondag al duidelijk aangegeven, niet op deze vergadering aanwezig te zijn.
- (xviii)
In de notulen van de vergadering van de RvC van 25 november 2011, ondertekend door de voorzitter en de secretaris op 5 december 2011, is onder meer als volgt vermeld:
(…)
- 2.
Samenstelling directie
StH [bedoeld is Ten Have] refereert aan de vergadering van 16 november 2011. De RvC is in die vergadering akkoord ge-gaan met een aantal voorgenomen besluiten inzake de aanstelling van statutaire directeuren van de vennootschap. Dit be-treft:
- •
De beoogde aanstelling per 1 juli 2012 (of zoveel eerder als mogelijk) van de heer Louis van Gaal tot statutair directeur van de vennootschap, tevens voorzitter van het directie team.
Beoogd is dat per gelijke datum Martin Sturkenboom benoemd wordt tot statutair directeur van de vennootschap met de portefeuille algemene zaken.
Daarnaast heeft de directie voor de interim periode besloten tot uitbreiding van het directieteam. Dit betreft:
- •
De aanstelling van Martin Sturkenboom tot algemeen directeur ad interim. Dit met procuratie en vooruitlopend op zijn benoeming tot statutair directeur van de vennootschap. Beoogd is dat hij als zodanig ad interim leiding zal geven aan het besturen van de vennootschap en het directieteam. (…)Beoogd is dat deze interim functie eindigt zodra Louis van Gaal toetreedt tot de statutaire directie (1 juli 2011 of zoveel eerder als mogelijk blijkt te zijn.)
- •
Bovendien zal Martin Sturkenboom tijdelijk ondersteund worden door Danny Blind. Beoogd is dat Blind op interim ba-sis toegevoegd zal worden aan het directie team ter ondersteuning van Martin Sturkenboom om te fungeren als aanspreekpunt voor de operationele, zakelijke en administratieve aspecten van de voetbalactiviteiten (zoals transfers, contracten, logistiek, facilitaire zaken). In deze functie heeft Blind de titel van technisch directeur ad interim.
(…)
Alle aanwezige commissarissen bevestigen dat zij akkoord zijn met het voornemen Louis van Gaal en Martin Sturkenboom te benoemen tot statutair directeur van de vennootschap [verder te noemen: het voorgenomen besluit van de RvC]. Voorts stemt de RvC in, voor zover nodig, met de hierboven weergegeven directiebesluiten m.b.t. Martin Sturkenboom en Danny Blind [verder te noemen: het goedkeuringsbesluit van de RvC].
(…)
- (xix)
Bij brief van 23 november 2011 heeft de OR positief geadviseerd op de voorgenomen benoemingen van Martin Sturkenboom (hierna: Sturkenboom) tot algemeen directeur ad interim en Danny Blind (hierna: Blind) tot technisch directeur ad interim. Op de voorgenomen benoeming van Louis van Gaal (hierna: Van Gaal) als algemeen directeur vermeldt de OR nog geen advies te geven in afwachting van de nog te ontvangen profielschets en een gesprek tussen de OR en Van Gaal.
- (xx)
Blijkens het op 1 december 2011 door Van der Aat en Slop ondertekende besluit van de directie van 16 november 2011, is besloten Sturkenboom en Blind met ingang van 18 november 2011 aan te stellen als interim directeur van de Vennootschap.
2.2.
Anders dan Ajax c.s. aanvoeren zegt de onder (iv) en (v) weergegeven tekst niets over de status van de daar genoemde documenten. Aan het in grief I in het principaal appel door Ajax c.s. aangevoerde bezwaar gaat het hof daarom voorbij. Cruijff c.s. zijn van oordeel dat de opsomming door de voorzieningenrechter onvolledig is. Het hof zal hiermee rekening houden. Nu geen geschil bestaat omtrent hetgeen (overigens) door de voorzieningenrechter tot uitgangspunt is genomen, zal ook het hof daarvan uitgaan.
3. Beoordeling
3.1.
In eerste aanleg hebben Cruijff c.s. bij wijze van voorlopige voorziening gevorderd dat de voorzieningenrechter:
- I.
het besluit tot de voorgenomen benoeming van Sturkenboom en Van Gaal tot statutair bestuurder (lid van de Hoofddirectie) van Ajax, of dat nu is genomen in de vergadering van de Raad van Commissarissen op 16 of 25 november 2011, op te schorten totdat enig besluit tot de voorgenomen benoeming van een of meer statutaire bestuurders rechtsgeldig is genomen door een Raad van Commissarissen die het bijzondere vertrouwen geniet als bedoeld in artikel 1.3 van het ten processe overgelegd RvC-Reglement en van een zodanig besluit rechtsgeldig kennis is gegeven aan de Algemene Vergadering van Aandeelhouders van Ajax;
- II.
het besluit van de Hoofddirectie van Ajax d.d. 16 november 2011 tot aanstelling van Sturkenboom en Blind als titulair directeuren van Ajax als bedoeld in artikel 17 lid 4 van haar Statuten op te schorten totdat dit besluit rechtsgeldig zal zijn genomen;
- III.
het besluit van de Raad van Commissarissen d.d. 25 november 2011 tot goedkeuring van het besluit als bedoeld onder II. op te schorten totdat dit goedkeuringsbesluit rechtsgeldig zal zijn genomen door een Raad van Commissarissen die het bijzondere vertrouwen geniet als bedoeld in artikel 1.3 van het ten processe overgelegd RvC-Reglement;
- IV.
Ten Have c.s. te verbieden, zolang de schorsing als gevorderd onder I. voortduurt, enige handeling te verrichten tot uitvoering van het besluit tot de voorgenomen benoeming van Sturkenboom en Van Gaal tot statutair bestuurder van Ajax op straffe van een dwangsom van € 25.000,= voor iedere overtreding van dit verbod, waarbij, in het geval van een voortdurende overtreding, iedere dag, een deel van een dag genomen voor het geheel, waarop de overtreding voortduurt wordt aangemerkt als een afzonderlijke overtreding;
- V.
Ajax te verbieden, zolang de schorsing als gevorderd onder II. voortduurt, enige handeling te verrichten tot uitvoering van het besluit tot aanstelling van Sturkenboom en Blind tot titulair directeur van Ajax op straffe van een dwangsom van € 25.000,= voor iedere overtreding van dit verbod, waarbij, in het geval van een voortdurende overtreding, iedere dag, een deel van een dag genomen voor het geheel, waarop de overtreding voortduurt wordt aangemerkt als een afzonderlijke overtreding;
- VI.
Ten Have c.s. te gebieden om, zolang zij in functie zijn, de Statuten, het Reglement en de overige vennootschapsrechtelijke bepalingen, waaronder de wet en de Nederlandse Corporate Governance Code onverkort na te leven, op straffe van een dwangsom van € 25.000,= voor iedere overtreding.
3.2.
In het vonnis heeft de voorzieningenrechter de vorderingen als genoemd onder II tot en met VI afgewezen en de vordering van Cruijff c.s. onder I toegewezen in de vorm dat hij het besluit tot de voorgenomen benoeming van Sturkenboom en Van Gaal tot statutair bestuurder (lid van de hoofddirectie) van de vennootschap heeft geschorst voor een termijn van 3 maanden dan wel 5 maanden, afhankelijk van de vraag of het initiatief tot een algemene vergadering van aandeelhouders (hierna: AvA) zou uitgaan van de vennootschap dan wel van de aandeelhouders. Ajax c.s. zijn door de voorzieningenrechter hoofdelijk in de kosten van de procedure veroordeeld.
3.3.
Het principaal appel is gericht tegen de in het vonnis uitgesproken veroordeling. Het incidenteel appel heeft betrekking op enkele voor Cruijff c.s. nadelige overwegingen in het vonnis. In hoger beroep zijn door Cruijff c.s. de vorderingen aldus aangepast dat, behalve dat in het principaal appel tot bekrachtiging wordt geconcludeerd, wordt gevorderd:
- I.
voor het geval tijdens de BAVA (hof: Buitengewone AvA) van 10 februari 2012 de algemene vergadering het vertrouwen in de raad van commissarissen opzegt: het besluit tot de voorgenomen benoeming van Sturkenboom en Van Gaal tot statutair bestuurder (lid van de Hoofddirectie) van Ajax en het besluit tot goedkeuring van de benoemingen van Sturkenboom en Blind tot titulair directeur te schorsen totdat deze besluiten rechtsgeldig zijn genomen door de ex artikel 2:161a lid 2 BW door de Ondernemingskamer te benoemen Raad van Commissarissen, doch ten hoogste voor een periode van zes maanden, althans een door het hof in goede justitie te bepalen periode, waarbij de meest gerede partij in kort geding de verlenging van deze periode zal kunnen vorderen;
- II.
voor het geval tijdens de BAVA van 10 februari 2012 de algemene vergadering het vertrouwen in de raad van commissarissen uitspreekt: het besluit tot de voorgenomen benoeming van Sturkenboom en Van Gaal tot statutair bestuurder (lid van de Hoofddirectie) van Ajax en het besluit tot goedkeuring van de benoemingen van Sturkenboom en Blind tot titulair directeur te schorsen totdat deze besluiten rechtsgeldig (het hof leest:) zijn genomen;
- III.
voor het geval tijdens de BAVA van 10 februari 2012 het agendapunt betreffende het al of niet opzeggen van het vertrouwen in de raad van commissarissen niet aan de orde komt: de genoemde besluiten te schorsen voor een termijn van vijf maanden;
- IV.
Ten Have c.s. te verbieden, zolang de schorsing als gevorderd onder I.,II., dan wel III. voortduurt, enige handeling te verrichten tot uitvoering van de genoemde besluiten op straffe van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding van het verbod, waarbij, in het geval van een voortdurende overtreding, iedere dag, een deel van een dag genomen wordt voor het geheel, waarop de overtreding voortduurt wordt aangemerkt als een afzonderlijke overtreding,
althans zodanige voorlopige voorziening te treffen als het hof in goede justitie geraden acht.
in het principaal appel
de belangen van Kreek c.s.
3.4.1.
In grief II klagen Ajax c.s. dat de voorzieningenrechter niet is ingegaan op het door hen in eerste aanleg gevoerde verweer dat de vorderingen van Kreek c.s. afgewezen moeten worden op de enkele grond dat de normen die volgens Kreek c.s. geschonden zouden zijn, niet strekken tot bescherming van de belangen van Kreek c.s..
3.4.2.
De grief treft doel. Het enkele gegeven dat de te nemen besluiten, zowel de statutaire benoeming van Van Gaal en Sturkenboom als de (goedkeuring van de) titulaire benoemingen ad interim van Sturkenboom en Blind, ingrijpende gevolgen kunnen hebben voor hun werkzaamheden en voor de toekomst van Ajax, maakt Kreek c.s., werknemers of opdrachtnemers van Ajax, nog niet tot belanghebbenden in de zin der wet. Bij de besluiten zijn vele, zeer diverse belangen betrokken. Ajax heeft een ondernemingsraad. Een van diens belangrijkste taken is de vertegenwoordiging van de werknemers binnen de onderneming en de behartiging van hun speciale belangen. Niet valt in te zien dat de belangen van Kreek c.s., en dat geldt ook voor de niet-werknemers onder hen, zo bijzonder zijn dat zij bij het nemen en de beoordeling van de litigieuze besluiten afzonderlijk gewicht in de schaal kunnen/mogen leggen. Indien individuele belangen van Kreek c.s. zouden worden aangetast, bijvoorbeeld omdat verplichtingen, neergelegd in de tussen hen en Ajax gesloten overeenkomsten, niet worden nagekomen, zullen zij die belangen in een individuele procedure aan de orde kunnen stellen.
3.4.3.
Gevolg van het vorenstaande is dat voor zover de vorderingen in dit kort geding zijn ingesteld door Kreek c.s., deze niet voor toewijzing in aanmerking komen. Het vonnis kan in zoverre dus niet in stand blijven.
de belangen van Cruijff
3.5.1.
In grief VII stellen Ajax c.s. ook de rechtens te respecteren belangen van Cruijff aan de orde.
3.5.2.
Het spreekt voor zich dat Cruijff, lid van de RvC, er een rechtens relevant belang bij heeft dat de besluiten van dit orgaan op een juiste en zorgvuldige wijze tot stand komen en dat, als daaraan niet wordt voldaan, hij van die besluiten de vernietiging kan inroepen. Voor zover Ajax c.s. anders hebben willen betogen gaat dat betoog niet op. Het hof zal daarom onder 3.7 op de geldigheid van de besluiten van de RvC ingaan.
3.5.3.
Het — aan de veroordeling ten grondslag gelegde — oordeel van de voorzieningenrechter komt erop neer dat, als Ajax c.s. willen bewerkstelligen dat de voorgenomen besluiten definitief worden gemaakt vóórdat de AvA zich heeft kunnen uitspreken over het vertrouwen in de RvC, die handelwijze onrechtmatig is. Tegen dit oordeel voeren Ajax c.s. in hoger beroep (onder meer) aan dat, los van de vraag of die handelwijze onrechtmatig is tegenover de aandeelhouders, deze in ieder geval niet onrechtmatig is tegenover Cruijff.
3.5.4.
Vooraf merkt het hof op dat onvoldoende duidelijk is welke mening de belangrijkste aandeelhouders omtrent de litigieuze besluiten hebben. Daarom kan op voorhand ook niet worden gezegd dat de RvC bewust handelt tegen de zin van de aandeelhouders in. Opmerkelijk is dat, terwijl daartoe voldoende processuele mogelijkheden aanwezig waren (voeging of tussenkomst, ook nog mogelijk in hoger beroep), de aandeelhouders in dit geding niets van zich hebben laten horen.
3.5.5.
Het hof is het met Ajax c.s. eens dat, indien het al zo zou zijn dat de onder 3.5.3 genoemde handelwijze van Ten Have c.s. onrechtmatig is, zulks hoogstens het geval zou kunnen zijn tegenover de aandeelhouders, maar niet tegenover Cruijff. De in artikel 2:161a BW geschreven (en in artikel 24 van de statuten herhaalde) bepaling, waarin aan de AvA de bevoegdheid is gegeven het vertrouwen in de voltallige RvC op te zeggen, beoogt de belangen van de aandeelhouders en niet die van een afzonderlijke commissaris te beschermen. Grief VII treft daarom, in zoverre, doel.
3.6.
Het principaal appel heeft succes en de door de voorzieningenrechter uitgesproken veroordeling kan, ten opzichte van zowel Kreek c.s. als Cruijff, niet in stand blijven. Andere door Ajax c.s. tegen het vonnis aangevoerde bezwaren — behoudens hun hierna te bespreken grief III -, zoals onder meer dat de voorzieningenrechter met de uitgesproken veroordeling buiten de rechtsstrijd is getreden, kunnen onbehandeld blijven.
in het incidenteel appel
besluiten van RvC geldig?
3.7.
Het hof ziet reden om nu eerst grief III in het principaal appel en grief A in het incidenteel appel te behandelen. De grieven hebben betrekking op de vraag of het voorgenomen besluit tot benoeming van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur en het besluit tot goedkeuring van de titulaire benoemingen ad interim van Sturkenboom en Blind geldig (hetgeen in dit verband betekent: niet vernietigbaar) zijn. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat aan het besluit van 16 november 2011 (hierna: 16 november) gebreken kleven (tegen welk oordeel grief III van Ajax c.s. is gericht) maar dat het besluit alsnog op 25 november 2011 (hierna: 25 november) rechtsgeldig is tot stand gekomen (waartegen grief A van Cruijff is gericht).
3.8.
Het hof verwerpt het door Ajax c.s. verdedigde standpunt dat het incidenteel appel onnodig is ingesteld. Immers, om toewijzing van de in hoger beroep ingestelde vorderingen, die zowel op de statutaire benoemingen als de titulaire benoemingen betrekking hebben, mogelijk te maken, moest door Cruijff worden opgekomen tegen de (afwijzende) beslissingen dienaangaande van de voorzieningenrechter. Uit de memorie van antwoord in het incidenteel appel blijkt dat dit ook aan Ajax c.s. voldoende duidelijk is geweest.
3.9.
Met betrekking tot het op 16 november genomen besluit is het volgende van belang:
- a.
Volgens artikel 5 lid 2 van het Reglement van de RvC (zie hiervoor onder 2.1 sub(viii)) geldt voor vergaderingen een oproepingstermijn van ‘niet later dan zes werkdagen voor die der vergadering’, behoudens de bevoegdheid om in spoedeisende gevallen een kortere termijn in acht te nemen. Op 16 november, 6.59 uur, is Cruijff opgeroepen voor de vergadering van de RvC op diezelfde dag om 16.00 uur (zie hiervoor onder 2.1 sub (x)). Ook in hoger beroep hebben Ajax en Ten Have c.s. niet aannemelijk kunnen maken dat niet alleen de voorgeschreven termijn niet in acht genomen had kunnen worden maar ook dat er een noodzaak bestond de oproepingstermijn van Cruijff tot slechts enkele uren te beperken. Aldus is, met betrekking tot de vereisten waaraan de oproeping voor een vergadering van de RvC moet voldoen, sprake van een ernstig gebrek;
- b.
Artikel 5 lid 2 van het Reglement schrijft verder voor dat in de oproepingsbrief de ‘te behandelen onderwerpen steeds [worden] vermeld’. In de hiervoor al genoemde oproep van 16 november te 6.59 uur zijn als de te behandelen onderwerpen slechts genoemd ‘rapportage commissie en voortgang samenstelling directie’, dit terwijl het de bedoeling was om het voorgenomen besluit te nemen tot benoeming van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur en Sturkenboom en Blind tot titulair directeur ad interim. De aankondiging van het te behandelen onderwerp is dan volstrekt onvoldoende. Ook dit gebrek acht het hof temeer nu geen enkele aanwijzing bestaat dat Cruijff bedacht heeft moeten zijn op besluitvorming met juist deze inhoud — zonder meer ernstig.
3.10.
Aldus moet worden geconstateerd dat aan de op 16 november genomen besluiten twee ernstige totstandkomingsgebreken kleven die deze besluiten, op grond van het bepaalde in artikel 2:15 BW, vernietigbaar maken. In het oog springt de combinatie van de twee gebreken, én een uiterst korte oproepingstermijn én een volstrekt onvoldoende duidelijke aankondiging van de te behandelen voorgenomen besluiten. Deze combinatie maakt aannemelijk dat sprake is geweest van een vooropgezet plan om te bewerkstelligen dat Cruijff op de besluitvorming van 16 november geen daadwerkelijke invloed kon uitoefenen. Dat de besluiten voor Cruijff van grote importantie zijn staat buiten kijf, er bestaat immers felle discussie over de vraag of de door Ten Have c.s. voorgedragen kandidaten, anders dan bij Ling en Van Basten het geval was, zitten ‘op de lijn van Cruijff’ (in de woorden van Ten Have in het programma Nieuwsuur van 16 november 2011) en of met deze benoemingen het deels al geïmplementeerde Rapport (zie hiervoor onder 2.1 sub(iv)) wel verder gerealiseerd kon worden. Bij deze stand van zaken is voldoende aannemelijk dat Cruijff bij de vernietiging gerechtvaardigd belang heeft en dat in een bodemprocedure de rechter het beroep op de vernietigbaarheid van de besluiten van 16 november zal honoreren.
3.11.
Met betrekking tot het besluit van 25 november is het volgende van belang:
- a.
Uit de notulen van de vergadering van de RvC van 16 november blijkt op geen enkele wijze dat enig voorbehoud van een nog met Cruijff te voeren overleg is gemaakt. Integendeel, besloten is dat aan de besluiten zo spoedig mogelijk uitvoering zal worden gegeven (zie hiervoor onder 2.1 sub(xiv));
- b.
Een dergelijk voorbehoud is evenmin te vinden in de bekendmaking van de besluiten aan Cruijff en in het uitgebrachte persbericht;
- c.
Blijkens de brief van de OR van 23 november 2011 (zie hiervoor onder 2.1 sub(xix) alsmede productie 13 mr. Wakkie in eerste aanleg) is de adviesaanvrage aan de OR meteen op 16 november verzonden;
- d.
Op 16 november hebben Ten Have (in het programma Nieuwsuur) en Römer (in het programma Pauw en Witteman) geen mededeling gedaan waaruit zou kunnen worden opgemaakt dat de besluiten nog niet definitief waren. Integendeel, meegedeeld is dat de besluiten aan Cruijff zouden worden ‘uitgelegd’;
- e.
Op 17 november is aan de agenda van de AvA van 12 december 2011 de voorgenomen benoeming van twee leden van de directie, Van Gaal en Sturkenboom, toegevoegd (zie hiervoor onder 2.1 sub(xv));
- f.
Met ingang van 18 november zijn Sturkenboom en Blind aangesteld tot directeur ad interim;
- g.
Het is het hof opgevallen dat door Ajax c.s. in dit verband een beroep is gedaan op het belang van duidelijke mededelingen naar buiten, omdat Ajax een beursgenoteerde vennootschap is. Ook dit beroep onderstreept dat de besluiten vaststonden en dat daarin geen enkele wijziging meer kon worden gebracht. In de mededelingen naar buiten is immers geen voorbehoud aangekondigd in verband met nog te voeren overleg met Cruijff;
- h.
Belangrijk bij dit alles is dat de term ’voorgenomen besluit’ in geen enkel opzicht erop duidt dat de besluitvorming door de RvC nog niet een — in beginsel — definitief karakter heeft. Zoals Ajax c.s. in hun pleitaantekeningen, eerste aanleg, nr. 16, zelf duidelijk uiteenzetten, draagt het besluit van de RvC in het systeem van de wet de naam van een ‘voorgenomen besluit’ omdat het besluit, alvorens het definitief kan worden, op grond van artikel 30 WOR eerst ter advisering aan de OR moet worden voorgelegd en tevens omdat van het besluit eerst kennis moet worden gegeven aan de AvA, op grond van artikel 2:162 BW.
3.12.
Uit het onder 3.11 overwogene volgt dat de uitvoering van de besluiten van 16 november onmiddellijk na de vergadering, nog op dezelfde dag, zo definitief in gang is gezet dat het in redelijkheid als onmogelijk moet worden beschouwd dat op de besluiten, na onderlinge gedachtewisseling, nog teruggekomen kon worden. In het kader van de besluitvorming diende de bijeenkomst van 25 november daarom geen redelijk doel. Tegen deze achtergrond is het hof van oordeel dat, voor zover op die bijeenkomst opnieuw besluiten zouden zijn genomen, of deze nu worden gezien als een bevestiging van de besluiten van 16 november dan wel als nieuwe besluiten, hetzij aan deze besluiten geen betekenis kan toekomen hetzij deze besluiten evenzeer vernietigbaar zijn. Ook kan het in deze omstandigheden Cruijff niet kwalijk genomen worden — en kunnen daaraan voor hem juridisch geen nadelige gevolgen worden verbonden — dat hij van de hem op 25 november geboden mogelijkheid geen gebruik heeft gemaakt en op die bijeenkomst niet is verschenen. De aan hem op 24 en 25 november verzonden e-mails (producties mr. Wakkie, nrs. 10 en 11), waarin onder meer geschreven is: ‘Het streven is erop gericht daarover inhoudelijk het gesprek met elkaar aan te gaan en te komen tot consensus over de uiteindelijke besluitvorming’, heeft Cruijff in de gegeven omstandigheden niet als serieus gemeend hoeven aan te merken.
3.13.
Ajax c.s. hebben aangevoerd dat wanneer het hof zou menen dat op 25 november geen (geldige) bevestiging van de besluiten van 16 november dan wel geen geldige nieuwe besluiten tot stand zijn gekomen, het nooit mogelijk zal zijn om de desbetreffende besluiten alsnog geldig te nemen. Het hof kan Ajax c.s. daarin niet volgen. Niet valt in te zien waarom, na ongedaanmaking — voor zover nodig — van hetgeen ongeldig/ontijdig is verricht, deze besluiten, na een geldige oproeping van alle commissarissen en na (het mogelijk maken van) een open gedachtewisseling binnen de RvC, waarin zowel de bedoelde besluiten als mogelijke alternatieven onder ogen worden gezien, niet alsnog binnen zeer afzienbare termijn geldig genomen kunnen worden.
3.14.
In het vorenstaande ligt besloten dat, na 16 november, Cruijff in het geheel niet in de gelegenheid is gesteld om, op een moment dat dat nog zinvol was, aan overleg over de litigieuze besluiten deel te nemen. Van dit alles moet het gevolg zijn dat (voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter zal oordelen dat), na het beroep van Cruijff op de vernietigbaarheid ervan, van geldige voorgenomen besluiten tot benoeming van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur en van geldige goedkeuring van de besluiten van Sturkenboom en Blind tot titulair directeur ad interim geen sprake kan zijn. Of er nog andere gebreken zijn, zoals niet inachtneming van de oproepingstermijn voor de vergadering van 25 november en/of onvoldoende aankondiging van de tijdens die vergadering te nemen (goedkeurings-)besluiten, kan buiten behandeling blijven.
3.15.
Ajax c.s. hebben ten slotte, onder verwijzing naar HR 6 juli 1969, NJ 1969/317, aangevoerd dat een redelijk belang van Cruijff bij de vernietiging van de besluiten ontbreekt omdat ‘niet aannemelijk is dat het meestemmen van de buitengeslotene tot een andere uitkomst van de stemming geleid zou hebben’. Het betoog gaat in de onderhavige zaak niet op. Daaraan staat reeds in de weg dat, zoals reeds werd overwogen, voldoende aannemelijk is dat Cruijff door Ten Have c.s. bewust buiten spel is gezet. In zodanige omstandigheden zou honorering van het door Ajax c.s. verdedigde standpunt vooral in meerhoofdige organen van geringe omvang waarin temeer geldt dat besluitvorming de vrucht van onderling overleg behoort te zijn tot onaanvaardbare gevolgen leiden.
3.16.1.
Aan het vorenoverwogene kunnen de moeilijke omstandigheden waarin Ten Have c.s. omstreeks oktober/november 2011, goeddeels als gevolg van de weinig coöperatieve opstelling van Cruijff onder meer met betrekking tot de eerdere kandidaten Ling en Van Basten, waren komen te verkeren, niet afdoen. Het hof heeft onder ogen gezien
- —
dat de directie zeer dringend uitbreiding nodig had (waarbij het hof onder meer verwijst naar de in hoger beroep afgelegde verklaring van Van der Aat);
- —
dat Ten Have c.s. zich zeer veel inspanningen hebben getroost om een nieuwe directeur ‘in de lijn van Cruijff’ aan te stellen, welke inspanningen op tegenwerking van de zijde van Cruijff zijn afgestuit;
- —
dat de OR van Ajax in een brief van 15 november 2011 aan de RvC het vertrouwen in Ten Have c.s. heeft uitgesproken en aan de vier commissarissen heeft verzocht aan de ‘bestuurlijke en organisatorische wanorde’ binnen Ajax een einde te maken door op korte termijn een voorstel voor een nieuw directieteam te doen;
- —
dat de berichtgeving omtrent Ajax koersgevoelig is;
- —
dat Van Gaal als voorwaarde had gesteld dat hij eerst met de vier commissarissen op één lijn wilde komen alvorens Cruijff kon worden verwittigd;
- —
dat het moeilijk was om voor de beslissing noodzakelijke gegevens binnenskamers te houden omdat nieuwe plannen/ontwikkelingen/gedachten snel in de pers openbaar werden gemaakt.
3.16.2.
Hoe zwaarwegend deze omstandigheden ook mogen zijn, zij rechtvaardigen naar het oordeel van het hof niet dat Ten Have c.s. Cruijff de mogelijkheid van daadwerkelijke invloed op de zeer gewichtige besluitvorming hebben onthouden. Ajax c.s. hebben, voor zover zij daartoe al pogingen in het werk hebben gesteld, het hof er niet van kunnen overtuigen dat, ook in de geschetste omstandigheden, niet voldoende mogelijkheden bestonden om tot een wel geldige besluitvorming te komen.
3.17.
In zoverre slaagt grief A in het incidenteel appel.
3.18.
Bij behandeling van grief B in het incidenteel appel, die betrekking heeft op het door de voorzieningenrechter gegeven oordeel omtrent de toepasselijkheid van artikel 19 lid 1 onder p en van artikel 19 lid 2 onder e en f van de statuten, bestaat geen belang.
4. Slotsom/gevolgen voor de ingestelde vorderingen
4.1.
Het principaal appel slaagt gedeeltelijk en leidt tot vernietiging van het vonnis.
4.2.
Wat betreft het incidenteel appel en de ingestelde vorderingen overweegt het hof het volgende.
4.3.1.
Cruijff heeft in eerste aanleg de vorderingen I tot en met VI ingesteld. De voorzieningenrechter heeft de vorderingen II tot en met VI afgewezen. Zoals reeds werd overwogen is het incidenteel appel tegen deze beslissingen gericht voor zover dat nodig is om toewijzing van de in hoger beroep aangepaste vorderingen mogelijk te maken.
4.3.2.
De voorzieningenrechter heeft zijn beslissing beperkt tot de benoemingen van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur en de vorderingen met betrekking tot de titulaire benoemingen ad interim van Sturkenboom en Blind afgewezen. Aan dat oordeel heeft hij mede ten grondslag gelegd de overweging dat toewijzing van de vordering een aantasting zou vormen van de rechtspositie van twee werknemers van Ajax, terwijl deze werknemers niet in het geding zijn betrokken en zij daarom hun belangen niet hebben kunnen verdedigen. Tegen deze overweging is van de zijde van Cruijff geen grief gericht terwijl dat, voor het bereiken van het doel dat het hof tevens omtrent de titulaire benoemingen een veroordeling zou uitspreken, wel nodig was geweest. Hierin vindt het hof aanleiding de voorzieningenrechter in de door hem aangebrachte beperking te volgen. De kwestie lijkt overigens, in verband met het bepaalde in artikel 2:164 lid 2 BW, ook minder van belang.
4.3.3.
Dit alles in aanmerking genomen is het hof van oordeel dat de vorderingen van Cruijff aldus toewijsbaar zijn dat een verbod wordt uitgesproken om enige (verdere) uitvoering te geven aan de voorgenomen besluiten van 16 en/of 25 november 2011 tot benoeming van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur, op straffe van verbeurte aan Cruijff van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding van het verbod, zoals hierna te omschrijven en te maximeren. Deze door het hof toe te wijzen vordering ligt in voldoende mate besloten in de vorderingen van Cruijff die in hoger beroep aan de orde zijn. Gezien de door Cruijff ingestelde vorderingen (vgl. hierboven onder 3.3.IV) zal het hof het verbod slechts opleggen aan Ten Have c.s. en niet aan Ajax.
4.4.
Het meer of anders in hoger beroep gevorderde zal worden afgewezen.
4.5.
In hoger beroep zijn Cruijff c.s. opgetreden als één partij, met één advocaat en met van één partij afkomstige processtukken. Dit zo zijnde oordeelt het hof dat, nu Kreek c.s. geheel in het ongelijk en Cruijff grotendeels in het gelijk wordt gesteld, de procespartijen (Cruijff c.s. enerzijds en Ajax c.s. anderzijds) in de procedure over en weer in het gelijk en in het ongelijk zijn gesteld, in welk gegeven het hof reden vindt de kosten van de beide instanties, in hoger beroep zowel in het principaal als in het incidenteel appel, aldus te compenseren dat iedere partij de eigen kosten draagt.
5. Beslissing
Het hof:
- —
vernietigt het vonnis waarvan beroep;
- —
wijst de vorderingen van Kreek c.s alsnog af;
- —
verbiedt Ten Have c.s. aan de voorgenomen besluiten van 16 en/of 25 november 2011 tot benoeming van Van Gaal en Sturkenboom tot statutair directeur enige (verdere) uitvoering te geven, op straffe van verbeurte aan Cruijff van een dwangsom van € 25.000,- voor iedere overtreding van het verbod, waarbij, ingeval van voortdurende overtreding, iedere dag, een deel van een dag genomen voor het geheel, waarop de overtreding voortduurt wordt aangemerkt als een afzonderlijke overtreding, tot een maximum van € 500.000,--;
- —
wijst af hetgeen Cruijff meer of anders heeft gevorderd;
- —
compenseert de kosten van het geding in beide instanties aldus dat iedere partij de eigen kosten draagt;
- —
verklaart dit arrest uitvoerbaar bij voorraad.
Aldus gewezen door mrs. G.J. Visser, M.A. Goslings en J.H. Huijzer en in het openbaar door de rolraadsheer uitgesproken op 7 februari 2012.