V-N Vandaag 2020/1298
Ook bij schending verdedigingsbeginsel zouden utb’s niet worden vernietigd
HR 15-05-2020, ECLI:NL:HR:2020:872
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
15 mei 2020
- Zaaknummer
18/01694
18/01696
18/03982
- Vakgebied(en)
Belastingrecht algemeen (V)
Fiscaal procesrecht / Procesorde
Fiscaal bestuursrecht / Bezwaarfase
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2020:1044, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑06‑2020
ECLI:NL:HR:2020:872, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
ECLI:NL:HR:2020:873, Uitspraak, Hoge Raad, 15‑05‑2020
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:598, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:599, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:780, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:779, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 04‑06‑2019
- Wetingang
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat het hof terecht heeft geoordeeld dat een schending van het verdedigingsbeginsel niet zou leiden tot vernietiging van de utb’s. De Jamaicaanse autoriteiten hebben namelijk de door X bv bij de invoer overgelegde oorsprongscertificaten ongeldig verklaard.
Samenvatting
In opdracht van X bv worden aangiften gedaan voor het brengen in het vrije verkeer van textielproducten, met als oorsprong Jamaica. In de aangiften wordt aanspraak gemaakt op toepassing van een preferentieel tarief van 0%, onder overlegging van EUR.1-certificaten. Naar aanleiding van een onderzoek van het Europees Bureau voor fraudebestrijding (OLAF) van de Europese Commissie zijn de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.