V-N 2022/12.6
Bij doorsluizen Zwitsers dividend binnen concern wordt volgens A-G valutaresultaat gerealiseerd
HR (Parket) 21-01-2022, ECLI:NL:PHR:2022:58, m.nt. Redactie Vakstudie Nieuws
- Instantie
Hoge Raad (Parket)
- Datum
21 januari 2022
- Zaaknummer
21/03076
- Conclusie
A-G Wattel
- Noot
Redactie Vakstudie Nieuws
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS637153:1
- Vakgebied(en)
Vennootschapsbelasting / Deelnemingsvrijstelling
Vennootschapsbelasting / Winstbepaling
Inkomstenbelasting / Winst
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 03‑11‑2023
ECLI:NL:HR:2023:1504, Uitspraak, Hoge Raad, 03‑11‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:58, Conclusie, Hoge Raad (Parket), 21‑01‑2022
- Wetingang
Essentie
Advocaat-Generaal Wattel concludeert dat de betaalbaarstelling niet relevant is voor het bestaan van een vordering. Ook een nog niet opeisbare vordering is een vordering. De opeisbaarheid is hoogstens relevant bij de waardering van de vordering.
Samenvatting
X bv houdt een Zwitserse deelneming. Op 1 juli 2011 besluiten het bestuur en de aandeelhoudersvergadering van de Zwitserse deelneming om CHF 104 mln. aan dividend uit te keren aan X bv. Op 4 augustus 2011 keert X bv een interimdividend uit aan haar moedervennootschap. Betaling van het dividend door de Zwitserse deelneming aan X bv vindt plaats op 4 augustus 2011 door ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.