Einde inhoudsopgave
Uitvoeringsverordening (EU) 2015/2447 nadere uitvoeringsvoorschriften voor enkele bepalingen van Verordening (EU) nr. 952/2013 tot vaststelling van het douanewetboek van de Unie
Artikel 50 Verantwoordelijkheden van de douaneautoriteiten van de lidstaten voor het uniforme beheer van tariefcontingenten
Geldend
Geldend vanaf 18-01-2016
- Redactionele toelichting
Gecorrigeerd via een rectificatie (PbEU 2017, L 101).
- Bronpublicatie:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Inwerkingtreding
18-01-2016
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
24-11-2015, PbEU 2015, L 343 (uitgifte: 29-12-2015, regelingnummer: 2015/2447)
- Vakgebied(en)
Europees belastingrecht / Belastingen EU
Douane (V)
(Artikel 56, lid 4, van het wetboek)
1.
De douaneautoriteiten onderzoeken of een door de aangever in een douaneaangifte voor het in het vrije verkeer brengen gedaan verzoek om toepassing van een tariefcontingent geldig is overeenkomstig de Uniewetgeving betreffende het openen van tariefcontingenten.
2.
Wanneer een douaneaangifte voor het vrije verkeer met een geldige aanvraag voor toepassing van een tariefcontingent wordt aanvaard en alle bewijsstukken voor het toepassen van het tariefcontingent aan de douaneautoriteiten zijn verstrekt, sturen de douaneautoriteiten dat verzoek onmiddellijk naar de Commissie door onder vermelding van de datum van aanvaarding van de douaneaangifte en de exacte hoeveelheid waarvoor dit verzoek wordt gedaan.