RvdW 2014/438
Voorbedachte raad ontoereikend gemotiveerd.
HR 18-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:347
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
18 februari 2014
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, B.C. de Savornin Lohman, J. de Hullu, H.A.G. Splinter-van Kan, V. van den Brink
- Zaaknummer
12/04859
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Strafprocesrecht / Rechtsmiddelen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:347, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 18‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2543, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑05‑2013
- Wetingang
Art. 289 Sr
Essentie
Het hof heeft zijn oordeel dat de verdachte met voorbedachte raad heeft gehandeld, gelet op hetgeen in HR 15 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:963 is vooropgesteld met betrekking tot mogelijke contra-indicaties, ontoereikend gemotiveerd, mede in aanmerking genomen hetgeen het hof heeft vastgesteld over het verloop van de avond van 15 maart 2006 en het gewicht dat het hof kennelijk heeft toegekend aan de gelegenheid tot beraad tijdens de uitvoering van het besluit, in welk verband het hof echter tevens heeft vastgesteld dat niet is uitgesloten dat de verdachte tijdens die uitvoering handelde in ‘grote opwinding’.
Partij(en)
Arrest ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.