RvdW 2023/147
Arbeidsrecht. Overgang van onderneming (art. 7:663 BW; Richtlijn 2001/23/EG); handhaving door verkrijger van bij vervreemder opgebouwde senioriteit? Vervolg op HR 29 november 2019, NJ 2020/10.
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
20 januari 2023
- Magistraten
Mrs. M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek, C.E. du Perron, S.J. Schaafsma, K. Teuben
- Zaaknummer
21/03811
- Conclusie
A-G mr. P. Vlas
- Folio weergave
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Vervoersrecht / Luchtvervoer
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2023:65, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 20‑01‑2023
ECLI:NL:PHR:2022:624, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 24‑06‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 29‑10‑2021
- Wetingang
Art. 7:663 BW
Essentie
Arbeidsrecht. Overgang van onderneming (art. 7:663 BW; Richtlijn 2001/23/EG); handhaving door verkrijger van bij vervreemder opgebouwde senioriteit? Vervolg op HR 29 november 2019, NJ 2020/10.
Samenvatting
Art. 7:663 BW bepaalt dat door de overgang van een onderneming de rechten en verplichtingen die op dat tijdstip voor de werkgever in die onderneming voortvloeien uit een arbeidsovereenkomst tussen hem en een daar werkzame werknemer, van rechtswege overgaan op de verkrijger. Art. 7:663 BW vormt de implementatie van art. 3 lid 1 van Richtlijn 2001/23 inzake overgang van ondernemingen. ...