RvdW 2017/378
Art. 81 lid 1 RO. Vennootschapsrecht; interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW). Is voor aansprakelijkheid nodig dat de schade voor de bestuurder voorzienbaar was?
HR 24-03-2017, ECLI:NL:HR:2017:486
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
24 maart 2017
- Magistraten
Mrs. C.A. Streefkerk, A.H.T. Heisterkamp, G. Snijders, M.V. Polak, T.H. Tanja-van den Broek
- Zaaknummer
16/01331
- Conclusie
A-G mr. T. Hartlief
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Ondernemingsrecht / Rechtspersonenrecht
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2017:486, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 24‑03‑2017
ECLI:NL:PHR:2017:15, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑01‑2017
Essentie
Art. 81 lid 1 RO. Vennootschapsrecht; interne bestuurdersaansprakelijkheid (art. 2:9 BW). Is voor aansprakelijkheid nodig dat de schade voor de bestuurder voorzienbaar was?
Partij(en)
[eiser], te [woonplaats], eiser tot cassatie, adv.: mr. J.H. van Gelderen,
tegen
[verweerster], te [vestigingsplaats], verweerster in cassatie, adv.: mr. J.W.H. van Wijk.
Conclusie
Conclusie A-G mr. T. Hartlief:
1. Feiten
1.1
In cassatie kan van de volgende feiten worden uitgegaan.1.
1.2
[eiser] hield tussen 1995 en 2 augustus 2004 tenminste 70% van de aandelen in [verweerster]. Daarnaast houdt hij 100% van de aandelen in (haar zustervennootschap) [A] B.V. (hierna: [A]). ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.