Einde inhoudsopgave
Verordening (EU) 2021/241 tot instelling van de herstel- en veerkrachtfaciliteit
Bijlage I Methode voor de berekening van de maximale financiële bijdrage per lidstaat in het kader van de faciliteit
Geldend
Geldend vanaf 19-02-2021
- Bronpublicatie:
12-02-2021, PbEU 2021, L 57 (uitgifte: 18-02-2021, regelingnummer: 2021/241)
- Inwerkingtreding
19-02-2021
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
12-02-2021, PbEU 2021, L 57 (uitgifte: 18-02-2021, regelingnummer: 2021/241)
- Vakgebied(en)
Corona (V)
EU-recht / Financiering
Deze bijlage beschrijft de methodiek voor de berekening van de maximale financiële bijdrage die voor elke lidstaat beschikbaar is overeenkomstig artikel 11. De methode houdt ten aanzien van elke lidstaat rekening met:
- —
de bevolkingsomvang;
- —
de inverse van het bbp per hoofd van de bevolking;
- —
het gemiddelde werkloosheidspercentage in de afgelopen vijf jaar in vergelijking met het Uniegemiddelde (2015–2019);
- —
de afname van het reële bbp in 2020 en de cumulatieve afname van het reële bbp in 2020 en 2021.
Om een buitensporige concentratie van middelen te voorkomen:
- —
wordt de inverse van het bbp per hoofd van de bevolking geplafonneerd op maximaal 150 % van het Uniegemiddelde;
- —
wordt de afwijking van het werkloosheidspercentage van een individueel lidstaat ten opzichte van het Uniegemiddelde geplafonneerd op maximaal 150 % van het Uniegemiddelde;
- —
wordt, om rekening te houden met de in het algemeen stabielere arbeidsmarkten van welvarender lidstaten (waarvan het bni per hoofd van de bevolking boven het Uniegemiddelde ligt), de afwijking van hun werkloosheidspercentage van het Uniegemiddelde geplafonneerd op maximaal 75 %.
De maximale financiële bijdrage van een lidstaat uit de faciliteit (MFCi) wordt als volgt bepaald:
MFCi = νi × (FS)
waarbij:
FS (Financial Support — financiële ondersteuning) de in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde financiële toewijzing in het kader van de faciliteit is, en
νi de verdeelsleutel voor lidstaat i is, gedefinieerd als:
νi = 0,7 κi + 0,3 αi
waarbij:
κi de verdeelsleutel is die wordt toegepast op 70 % van het in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde en in bijlage II vermelde bedrag, en
αi de verdeelsleutel is die wordt toegepast op 30 % van het in artikel 6, lid 1, punt a), bedoelde en in bijlage III vermelde bedrag.