NJB 2014/486
Gekwalificeerde diefstal art. 312 lid 1 Sr: onjuist is de opvatting dat in geval diefstal is voorafgegaan door of vergezeld van geweld als bedoeld in art. 312 lid 1 Sr geen sprake kan zijn van het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
HR 11-02-2014, ECLI:NL:HR:2014:299
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
11 februari 2014
- Magistraten
Mrs. W.A.M. van Schendel, B.C. de Savornin Lohman, Y. Buruma
- Zaaknummer
12/05353
- Vakgebied(en)
Materieel strafrecht / Delicten Wetboek van Strafrecht
Materieel strafrecht / Algemeen
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2014:299, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 11‑02‑2014
ECLI:NL:PHR:2013:2505, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 03‑12‑2013
Beroepschrift, Hoge Raad, 14‑06‑2013
- Wetingang
(Sr art. 312)
Essentie
Gekwalificeerde diefstal art. 312 lid 1 Sr: onjuist is de opvatting dat in geval diefstal is voorafgegaan door of vergezeld van geweld als bedoeld in art. 312 lid 1 Sr geen sprake kan zijn van het oogmerk om, bij betrapping op heterdaad, aan zichzelf of andere deelnemers aan het misdrijf hetzij de vlucht mogelijk te maken, hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren
Uitspraak
Inleiding:
Het middel klaagt dat het hof de grondslag van de tenlastelegging heeft verlaten voor zover is bewezenverklaard dat de diefstal is voorafgegaan en vergezeld van geweld met het oogmerk om die diefstal ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.