Belastingadvies 2019/22.4
Vrijstelling overdrachtsbelasting bij juridische (af)splitsing tankstations van olieconcern
HR 13-09-2019, ECLI:NL:HR:2019:1297
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
13 september 2019
- Zaaknummer
18/04792
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS91821:1
- Vakgebied(en)
Belastingen van rechtsverkeer (V)
Belastingen van rechtsverkeer / Overdrachtsbelasting
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:1297, Uitspraak, Hoge Raad, 13‑09‑2019
Beroepschrift, Hoge Raad, 16‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2019:394, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 16‑04‑2019
- Wetingang
Art. 15 lid 1 aanhef en letter h Wet BRV; art. 5c lid 1 Uitvoeringsbesluit BRV
Essentie
De Hoge Raad oordeelt dat de vrijstelling overdrachtsbelasting van toepassing is bij de juridische (af)splitsing van de tankstations van een olieconcern naar een nieuw opgerichte BV, ondanks dat de aandelen binnen drie jaar na juridische (af)splitsing worden vervreemd aan een derde. Met het stellen van de voorwaarden voor de juridische (af)splitsingsfaciliteit heeft de wetgever beoogd aan te sluiten bij de splitsingsvrijstellingsvoorwaarden voor de vennootschapsbelasting.
Samenvatting
Een olieconcern wil een ‘niet-kernactiviteit’ – de exploitatie van tankstations – verkopen. Door middel van een akte van splitsing draagt het olieconcern de onderneming over aan een nieuw opgerichte BV (hierna: belanghebbende). De volgende dag ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.