Einde inhoudsopgave
Internationaal Verdrag inzake hulpverlening, 1989
Artikel 21 Verplichting tot het verstrekken van zekerheid
Geldend
Geldend vanaf 14-07-1996
- Bronpublicatie:
28-04-1989, Trb. 1990, 109 (uitgifte: 31-07-1990, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Inwerkingtreding
14-07-1996
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
31-12-1997, Trb. 1997, 321 (uitgifte: 01-01-1997, kamerstukken/regelingnummer: -)
- Vakgebied(en)
Gezondheidsrecht / Individuele gezondheidszorg
Internationaal publiekrecht / Bijzondere onderwerpen
1.
Op verzoek van de hulpverlener moet degene die aansprakelijk is voor een betaling krachtens dit Verdrag voldoende zekerheid stellen voor de voldoening van de vordering van de hulpverlener, met inbegrip van rente en kosten.
2.
Onverminderd het in het eerste lid bepaalde moet de eigenaar van het schip waaraan de hulp is verleend zich inspannen om, voordat de lading wordt vrijgegeven, van de eigenaren daarvan voldoende zekerheid te verkrijgen voor de voldoening van de vorderingen, met inbegrip van rente en kosten, die jegens hen geldend kunnen worden gemaakt.
3.
Het schip en de andere zaken waaraan de hulp is verleend mogen niet zonder toestemming van de hulpverlener worden verwijderd van de eerste haven of plaats waar zij na beëindiging van de hulpverlening zijn aangekomen, totdat voldoende zekerheid is gesteld voor de voldoening van de vordering van de hulpverlener op het schip of de andere zaken.