Einde inhoudsopgave
Tijdelijke wet maatregelen covid-19
Artikel VIII Vervalbepaling
Geldend
Geldend vanaf 15-03-2022
- Bronpublicatie:
23-02-2022, Stb. 2022, 111 (uitgifte: 14-03-2022, kamerstukken: 35979)
- Inwerkingtreding
15-03-2022
- Bronpublicatie inwerkingtreding:
23-02-2022, Stb. 2022, 111 (uitgifte: 14-03-2022, kamerstukken: 35979)
- Overige regelgevende instantie(s)
Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties
Ministerie van Justitie en Veiligheid
- Vakgebied(en)
Corona (V)
Gezondheidsrecht / Bijzondere onderwerpen
Openbare orde en veiligheid / Crisismanagement
Staatsrecht / Algemeen
1.
Met ingang van drie maanden na het tijdstip van inwerkingtreding van deze wet vervallen:
- a.
hoofdstuk Va, paragraaf 1a van hoofdstuk VII en de artikelen 64a, 68bis, 68ka en 68kb van de Wet publieke gezondheid;
- b.
artikel 28, zevende lid, van de Arbeidsomstandighedenwet;
- c.
artikel 2, twaalfde lid, van de Arbeidsveiligheidswet BES;
- d.
artikel 1.57e van de Wet kinderopvang.
2.
Bij koninklijk besluit kan voor in het eerste lid genoemde bepalingen of onderdelen daarvan worden bepaald dat zij op een eerder tijdstip vervallen.
3.
Bij koninklijk besluit kan voor in het eerste lid genoemde bepalingen of onderdelen daarvan worden bepaald dat zij op een later tijdstip vervallen, met dien verstande dat dit tijdstip steeds ten hoogste drie maanden na het tijdstip ligt waarop die bepalingen of onderdelen zouden vervallen.
4.
De voordracht voor een koninklijk besluit als bedoeld in het derde lid wordt niet eerder gedaan dan twee weken nadat het ontwerp aan beide Kamers der Staten-Generaal is overgelegd. Indien een der Kamers der Staten-Generaal binnen die termijn besluit niet in te stemmen met dat ontwerp, wordt er ten aanzien van dat ontwerp geen voordracht gedaan. Een besluit als bedoeld in de vorige zin kan worden genomen op voorstel van een of meer leden van een der Kamers der Staten-Generaal.