TPWS 2019/72
Hulp bij zelfdoding, Heringa II.
HR 16-04-2019, ECLI:NL:HR:2019:598
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
16 april 2019
- Zaaknummer
18/00573
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Materieel strafrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2019:598, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 16‑04‑2019
ECLI:NL:PHR:2018:1385, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 18‑12‑2018
Beroepschrift, Hoge Raad, 30‑08‑2018
Essentie
Hulp bij zelfdoding, Heringa II.
Uitspraak
Aantekening redactie
Eenieder die binnen het strafrecht actief is zal bekend zijn met de zaak Heringa. Hij verschafte zijn stiefmoeder Moek Heringa hulp bij zelfdoding, hetgeen ingevolge art. 294 tweede lid Sr strafbaar is. Datzelfde artikel bepaalt tevens dat de voor een arts in het kader van euthanasie geldende strafuitsluitingsgrond uit art. 293 tweede lid Sr van overeenkomstige toepassing. Dit betekent dat een arts niet strafbaar is voor hulp bij zelfdoding indien hij aan de zorgvuldigheidseisen voldoet als bedoeld in artikel 2 van de Wet ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.