NJB 2013/152:Strafoplegging: er is noch een verplichting noch een verbod voor de rechter om bij de strafoplegging rekening te houden met de manier waarop de op te leggen straf zal worden ten uitvoer gelegd, de regeling van de voorwaardelijke invrijheidstelling daaronder begrepen (vergelijk HR 23 maart 2010, LJN BK9252, NJ 2010/393). A-G: anders. Redelijke termijn: in cassatie is slechts beperkte toetsing mogelijk van het oordeel van de feitenrechter inzake de redelijke termijn en van het rechtsgevolg dat de feitenrechter daaraan verbindt (vergelijk HR 17 juni 2008, LJN BD2578, NJ 2008/358). De enkele omstandigheid dat de feitenrechter een andere strafvermindering hanteert dan voor overschrijdingen van de redelijke termijn in de cassatiefase wordt toegepast, maakt het oordeel van de feitenrechter niet onbegrijpelijk en vereist ook geen nadere motivering. A-G: anders