RVR 2015/2
Beginselplicht tot handhaving. Kan het bevoegd gezag van handhavend optreden afzien indien vaststaat dat geen sprake is van een overtreding van geringe aard en/of ernst en tevens geen concreet zicht is op legalisatie?
ABRvS 29-10-2014, ECLI:NL:RVS:2014:3885
- Instantie
Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State
- Datum
29 oktober 2014
- Magistraten
Mrs. J.H. van Kreveld, J. Kramer, D.J.C. van den Broek
- Zaaknummer
201307452/1/A1.
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- JCDI
JCDI:ADS641997:1
- Vakgebied(en)
Bestuursrecht algemeen / Handhaving algemeen
Omgevingsrecht / Algemeen
Omgevingsrecht / Handhaving
- Brondocumenten
ECLI:NL:RVS:2014:3885, Uitspraak, Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State, 29‑10‑2014
- Wetingang
Art. 5:1 Awb; art. 5.2, lid 1, aanhef en onder a Wabo
Essentie
Beginselplicht tot handhaving. Bijzondere omstandigheden.
Kan het bevoegd gezag van handhavend optreden afzien indien vaststaat dat geen sprake is van een overtreding van geringe aard en/of ernst en tevens geen concreet zicht is op legalisatie?
Samenvatting
Eind 2006 verleende het College van B&W van de Gemeente Bergen op Zoom – nog onder vigeur van de oude WRO-vrijstelling ex art. 19, eerste lid WRO(oud) met bouwvergunning (thans: omgevingsvergunning ex art. 2.1, eerste lid, onder a en c Wabo) voor de bouw van 44 woningen en een garage. Eén van de daarbij gestelde voorwaarden zag erop ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.