JAR 2012/73
Kennelijk onredelijk ontslag?; causaal verband tussen arbeidsongeschiktheid en werkzaamheden?; stelplicht en bewijslast; onvoldoende gesteld?: onbegrijpelijk oordeel.
HR 10-02-2012, ECLI:NL:HR:2012:BU5620
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
10 februari 2012
- Magistraten
Mrs. E.J. Numann, A.M.J. van Buchem-Spapens, C.A. Streefkerk, M.A. Loth, G. Snijders
- Zaaknummer
10/03986
- LJN
BU5620
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Algemeen
Arbeidsrecht / Arbeidsovereenkomstenrecht
Burgerlijk procesrecht / Bewijs
Verbintenissenrecht / Algemeen
Burgerlijk procesrecht / Eerste aanleg
Arbeidsrecht / Einde arbeidsovereenkomst
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2012:BU5620, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 10‑02‑2012
ECLI:NL:HR:2012:BU5620, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 10‑02‑2012
Beroepschrift, Hoge Raad, 21‑05‑2010
- Wetingang
BW art. 7:681; Rv art. 150, 166
Essentie
Eiser tot cassatie (de werknemer) is in 2002 wegens rugklachten gedeeltelijk uitgevallen. In 2005 is hij opnieuw met rugklachten uitgevallen, deze keer volledig. Verweerster in cassatie (de werkgever) heeft de arbeidsovereenkomst in 2007 opgezegd. In dit geding vordert de werknemer een verklaring voor recht dat de opzegging van de arbeidsovereenkomst kennelijk onredelijk is, en voorts schadevergoeding. Hieraan legt de werknemer ten grondslag dat zijn arbeidsongeschiktheid is ontstaan als gevolg van de verrichte werkzaamheden en dat de werkgever is tekortgeschoten in haar reïntegratieverplichtingen. Anders dan de kantonrechter, heeft het hof de vorderingen afgewezen. Met betrekking tot het causaal verband tussen ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.