BNB 2015/62
Beroep tegen fictieve weigering vijf maanden na ingebrekestelling is niet (reeds daardoor) onredelijk laat, aangezien partijen na ingebrekestelling hebben gecorrespondeerd over geldigheid daarvan
HR 19-12-2014, ECLI:NL:HR:2014:3607, m.nt. J.C.K.W. Bartel
- Instantie
Hoge Raad
- Datum
19 december 2014
- Magistraten
Mrs. Overgaauw, Lourens, Bavinck, Punt, Van Kalmthout
- Zaaknummer
14/00414
- Noot
J.C.K.W. Bartel
- JCDI
JCDI:ADS920230:1
- Vakgebied(en)
Fiscaal procesrecht (V)
Belastingrecht algemeen (V)
- Brondocumenten
Beroepschrift, Hoge Raad, 19‑12‑2014
ECLI:NL:HR:2014:3607, Uitspraak, Hoge Raad, 19‑12‑2014
- Wetingang
Art. 6:12 lid 4 Awb
Essentie
Beroep tegen fictieve weigering vijf maanden na ingebrekestelling is niet (reeds daardoor) onredelijk laat, aangezien partijen na ingebrekestelling hebben gecorrespondeerd over geldigheid daarvan
Samenvatting
Aan belanghebbende zijn op 30 maart 2004, 23 september 2006 en 24 maart 2007 aanslagen vennootschapsbelasting opgelegd. Tegen deze aanslagen heeft belanghebbende tijdig bezwaarschriften ingediend. In augustus 2011 heeft belanghebbende aangekondigd zich vrij te voelen een beroep tegen fictieve weigering tot het doen van een uitspraak in te dienen. Na enige correspondentie tussen de Inspecteur en belanghebbende heeft belanghebbende op 22 november 2011 de Inspecteur in gebreke gesteld. Daarna hebben partijen gecorrespondeerd over de ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.