NJB 2022/2876
Een werknemer wordt ervan beschuldigd te hebben meegewerkt aan verduistering van gelden van de werkgever. Hoge Raad: 1. Aansprakelijkheid werknemer jegens aan de werkgever gelieerde vennootschappen. Opzet of bewuste roekeloosheid. Het oordeel van het hof dat de maatstaf van opzet of bewuste roekeloosheid in dit geval heeft te gelden voor de aansprakelijkheid van de werknemer jegens de aan de werkgever gelieerde vennootschappen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 2. Stelplicht. In het licht van de aangevoerde stellingen valt zonder nadere motivering niet in te zien dat eiseressen onvoldoende concreet onderbouwde stellingen hebben betrokken die kunnen leiden tot toewijzing van hun vorderingen.3. Bewijsaanbod. Het hof mocht eiseressen niet uitsluiten van elke nadere bewijslevering op de grond dat zij bepaalde stukken niet in het geding hebben gebracht.
HR 02-12-2022, ECLI:NL:HR:2022:1813
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
2 december 2022
- Magistraten
Mrs. T.H. Tanja-van den Broek, H.M.Wattendorff, F.R. Salomons, G.C. Makkink,K. Teuben
- Zaaknummer
21/03352
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Arbeidsrecht (V)
Burgerlijk procesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2022:1813, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 02‑12‑2022
ECLI:NL:PHR:2022:454, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 13‑05‑2022
Beroepschrift, Hoge Raad, 17‑12‑2021
Beroepschrift, Hoge Raad, 04‑08‑2021
- Wetingang
(art. 7:661 lid 1 BW; art. 21, 149 lid 1, art. 166lid 1 Rv)
Essentie
Een werknemer wordt ervan beschuldigd te hebben meegewerkt aan verduistering van gelden van de werkgever. Hoge Raad: 1. Aansprakelijkheid werknemer jegens aan de werkgever gelieerde vennootschappen. Opzet of bewuste roekeloosheid. Het oordeel van het hof dat de maatstaf van opzet of bewuste roekeloosheid in dit geval heeft te gelden voor de aansprakelijkheid van de werknemer jegens de aan de werkgever gelieerde vennootschappen, geeft geen blijk van een onjuiste rechtsopvatting. 2. Stelplicht. In het licht van de aangevoerde stellingen valt zonder nadere motivering niet in te zien dat eiseressen onvoldoende concreet onderbouwde stellingen hebben betrokken die kunnen leiden tot toewijzing ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.