NJB 2016/598:Vervolg op HR 17 januari 2014, ECLI:NL:HR:2014:88, NJ 2015/304. PR Aviation exploiteert een website waarvoor zij gegevens ontleent aan de website van Ryanair. Hierdoor handelt PR Aviation in strijd met een gebruiksverbod dat is opgenomen in de algemene voorwaarden van Ryanair. Ryanair doet daar een beroep op. Het hof verwerpt het beroep op de grond dat het contractueel gebruiksverbod in strijd is met een dwingendrechtelijke wetsbepaling die gebaseerd is op de Databankenrichtlijn. De HR stelt bij tussenarrest de prejudiciële vraag of de Databankenrichtlijn van toepassing is. Het HvJ EU beantwoordt de vraag ontkennend. PR Aviation verzoekt primair dat de HR van zijn tussenarrest terugkomt, en subsidiair dat PR Aviation in de gelegenheid wordt gesteld zich nader uit te laten. HR: 1. Cassatieprocesrecht. Onredelijke vertraging. HR: Het primaire verzoek mist feitelijke grondslag. Het subsidiaire verzoek wordt afgewezen, omdat toewijzing zou leiden tot onredelijke vertraging van het geding. 2. Databank. Gebruiksverbod. Nietig beding. Het gerechtshof heeft ten onrechte geoordeeld dat het gebruiksverbod nietig is. 3. Intellectuele eigendom. Proceskosten. De in cassatie met succes bestreden grondslag van het oordeel van het hof betreft geen IE-recht. Dit wordt niet anders doordat partijen zich hebben beroepen op argumenten ontleend aan IE-rechten. De proceskosten in cassatie zullen dus volgens het gebruikelijke liquidatietarief worden begroot