RvdW 2016/203
Het hof heeft in deze zaak ten onrechte geoordeeld dat tegen de beslissing van de rechtbank tot niet-ontvankelijk verklaring van de OvJ in de vervolging, geen hoger beroep openstaat omdat deze uitspraak niet in een schriftelijk vonnis is neergelegd. Ook mondeling gedaan is dit een einduitspraak als bedoeld in art. 138 Sv, waartegen ingevolge art. 404 lid 2 Sv hoger beroep open staat.
HR 05-01-2016, ECLI:NL:HR:2016:1
- Instantie
Hoge Raad (Strafkamer)
- Datum
5 januari 2016
- Magistraten
Mrs. A.J.A. van Dorst, J. de Hullu, A.L.J. van Strien
- Zaaknummer
15/02248
- Conclusie
A-G mr. G. Knigge
- Folio weergave
- Deze functie is alleen te gebruiken als je bent ingelogd.
- Vakgebied(en)
Strafrecht algemeen (V)
Strafprocesrecht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:HR:2016:1, Uitspraak, Hoge Raad (Strafkamer), 05‑01‑2016
ECLI:NL:PHR:2015:2465, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 15‑12‑2015
Essentie
Het hof heeft in deze zaak ten onrechte geoordeeld dat tegen de beslissing van de rechtbank tot niet-ontvankelijk verklaring van de OvJ in de vervolging, geen hoger beroep openstaat omdat deze uitspraak niet in een schriftelijk vonnis is neergelegd. Ook mondeling gedaan is dit een einduitspraak als bedoeld in art. 138 Sv, waartegen ingevolge art. 404 lid 2 Sv hoger beroep open staat.
Partij(en)
Arrest op het beroep in cassatie tegen een arrest van het Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden, zittingsplaats Leeuwarden, Economische Kamer, van 16 april 2015, nummer 21/003699-14, in de strafzaak tegen: [verdachte 1]. ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.