RvdW 2011/309
‘Oneigenlijke lossing’ door curator in faillissement; vorm van parate executie door pandhouder; levering tot executie van zekerheid als bedoeld in de verleggingsregeling van art. 12 lid 4 Wet op de omzetbelasting 1968 jo. art. 24ba lid 1 onder d Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968; strijd met art. 199 lid 1 onder e Richtlijn 2006/112/EG?
HR 25-02-2011, ECLI:NL:HR:2011:BO7109
- Instantie
Hoge Raad (Civiele kamer)
- Datum
25 februari 2011
- Magistraten
Mrs. D.H. Beukenhorst, D.G. van Vliet, A. Hammerstein, C.A. Streefkerk, E.N. Punt
- Zaaknummer
10/01435
- Conclusie
A-G Keus
- LJN
BO7109
- Vakgebied(en)
Omzetbelasting / Belastingplichtige en -schuldige
Insolventierecht / Faillissement
Vermogensrecht (V)
Goederenrecht / Zekerheidsrechten
EU-recht (V)
- Brondocumenten
ECLI:NL:PHR:2011:BO7109, Conclusie, Hoge Raad (Advocaat-Generaal), 25‑02‑2011
ECLI:NL:HR:2011:BO7109, Uitspraak, Hoge Raad (Civiele kamer), 25‑02‑2011
Beroepschrift, Hoge Raad, 06‑04‑2010
- Wetingang
Essentie
‘Oneigenlijke lossing’ door curator in faillissement; vorm van parate executie door pandhouder; levering tot executie van zekerheid als bedoeld in de verleggingsregeling van art. 12 lid 4 Wet op de omzetbelasting 1968 jo. art. 24ba lid 1 onder d Uitvoeringsbesluit omzetbelasting 1968; strijd met art. 199 lid 1 onder e Richtlijn 2006/112/EG?
Oneigenlijke lossing, d.w.z. onderhandse verkoop door de curator krachtens overeenstemming tussen hem en de pandhouder, valt binnen het toepassingsbereik van art. 57Fw en moet worden beschouwd als (een vorm van) uitoefening van het recht van parate executie ... Verder lezen? Log in om dit document te bekijken.